DeWolff – Thrust

Waardering

8

Een Nederlandse rock ’n roll band die zich gaat wagen aan (internationale) politiek. Dat klinkt op papier als een slecht idee. De tijd van de protestsong is toch al lang en breed voorbij? Alleen oude rotten als Neil Young beoefenen dat vak nog. Het drietal van DeWolff had daar echter geen boodschap aan en schreef de plaat Thrust, hun zesde alweer in tien jaar. Dit keer geen ode aan de Flying Saucer, maar een keihard en direct statement aan de wereld. Het pakt bijna altijd goed uit.

Dat het een politiek getint album zou worden was al een tijdje duidelijk. De band speelde daar ook bewust op in, getuige de singles die voorafgaande aan de release werden uitgebracht. Bijna allen stonden ze in het teken van maatschappijkritiek. Big Talk, California Burning (niet over de recente bosbranden) en Deceit & Woo geven ieder een trap tegen de wereld waar de politiek slechts een onderdeel van persoonlijke carrièreontwikkeling is en idealen ver te zoeken zijn. In Big Talk lukt dat heel overtuigend: ‘Don’t put your hand down upon my skin / I ain’t gonna let your fever in‘. Slechts één moment slaat DeWolff de plank pijnlijk mis wanneer ze het zichzelf wel heel makkelijk maken. ‘He’s gonna grab you by the pussy if you don’t look out’, wordt er in Deceit & Woo gezongen. Een troef die ze niet hadden hoeven spelen.

Gelukkig is deze misstap slechts een klein deukje in een heel sterk album. Er wordt vurig gespeeld, de zwaarte spat er vanaf. Het geluid is dik, stroperig soms bijna. Natuurlijk is de vergelijking met Led Zeppelin, The Allman Brothers Band en Deep Purple nooit ver weg, maar toch weet DeWolff hier een nieuwe dimensie aan hun geluid toe te voegen. Robin Piso is op dreef met zijn ronkende Hammond, Pablo van de Poel schuurt de zachte randjes eraf met de fuzz van zijn gitaar, terwijl zijn broertje Luka met zijn onuitputtelijke energie de boel leidt en strak houdt. We zijn het van ze gewend, maar het is oh-zo fijn.

Neem Tombstone Child. De zware gitaar opent met een neerwaartse progressie. Een voorproefje. Wanneer de gehele band vervolgens arriveert komt er vaart in het liedje. Tijdens het couplet is het bulderende geluid van het orgel al hoorbaar. Het bouwt op, je weet dat het gaat komen, en het komt, maar pas nadat het zich even terugtrekt. Dan knalt het refrein er vol in. Het orgel barst los en een blik achtergrondzangeressen wordt opengetrokken. De productie is vettig en bedrukt. ‘If you wanna disappear / Just call me, I’m right here’. Dit is DeWolff op Thrust.

Maar ook de rustige kant DeWolff blijft niet verborgen op de plaat. De ballads Once in A Blue Moon en Outta Step & Ill at Ease zijn twee prachtige liefdesverhalen. De laatstgenoemde en tevens albumafsluiter schreef zanger Van de Poel voor zijn vrouw. Zo vaak van huis vanwege het onophoudelijk touren laat hij haar weten: ‘Baby, I’m coming home tonight / For the next one hundred years / Imma try to be your man / And I’ll do the best I can’. Het is een boodschap. DeWolff laat weten dat wanneer puntje bij paaltje komt het uiteindelijk onze naasten zijn bij wie we ons fijn voelen. Het wereldse theater, het La La Land van de media, is niet iets waar we gelukkig van worden. Het thuiskomen wel. De felle uitspattingen op Thrust geven juist dat aan ons mee.