Fionn Regan – The Meetings Of The Waters

Waardering

6

Sinds het succesvolle debuutalbum The End Of History (2006) is Fionn Regan een van de meest vooraanstaande vertegenwoordigers van de moderne Ierse folk. Succes lag voor het oprapen, de albums volgden zich in rap tempo op, maar de afgelopen jaren was het relatief stil. Na vijf jaar is de stilte doorbroken met de komst van het nieuwe album The Meetings Of The Waters.

Waarom het vijf jaar duurde voordat Regan een nieuw album op de markt bracht, is geen hogere wiskunde. ‘Ik had tussen 2010 en 2012 drie akoestische albums opgenomen en voelde dat het tijd werd voor iets nieuws’, verklaart Regan aan The Evening Standard. ‘Ik merkte dat de zaken die ontstonden hun tijd nodig hadden en wilde niet overhaasten met het uitbrengen van een nieuw album’. Het geduld van de liefhebber werd dus even op de proef gesteld.

De akoestische succesformule van de voorgaande platen is op The Meetings Of The Waters overgoten met een elektronische saus. Het doet de muziek van Regan goed. In plaats van het zoveelste mannetje-met-een-gitaar-album, krijgt de plaat door de toevoeging van onder meer synthesizers, piano en drums veel meer diepgang en afwisseling.

De gelaagdheid komt meteen naar voren in de titeltrack en openingsnummer van het album. Folk blijft de basis van de muziek, maar het is dusdanig gearrangeerd dat de luisteraar zich meteen in een prachtig Iers natuurgebied waant. Regan heeft daarbij het talent om met zijn stem die sfeer nog eens extra uit te diepen. Cormorant Bird en Turn The Skies Of Blue On zijn het meest op traditionele leest geschoeid. Je weet direct weer waarom de 36-jarige Ier zoveel succes boekte met zijn voorgaande albums.

Het experiment wordt ook niet geschuwd. Cape Of Diamonds is een prachtig nummer vol dynamiek en ook Book Of The Moon is mooi in zijn veelzijdigheid. Op Babushka-Yai Ya schiet het experimenteren jammer genoeg te ver door. Waan je je op het grootste deel van het album in de schitterende Ierse natuur, dan is Babushka-Yai Ya meer als een veel te drukke pub in Dublin, waar de muziek te hard staat en de drank te rijkelijk heeft gevloeid om nog echt gezellig te zijn. De chaotische en drukke klanken vallen volledig uit de toon.

Binnen het halfuur beland je bij het laatste nummer. Dat het album uiteindelijk toch nog een speelduur van een kleine driekwartier heeft, is te danken aan het twaalf minuten durende slotstuk Tsuneni Ai. Althans, te danken… Maak daar maar ‘te wijten’ van. Tsuneni Ai – Japans voor ‘liefde voor altijd’ – is een onnodige toevoeging aan het album. Twaalf minuten lang ambiënte klanken, zonder zang, zonder afwisseling. Een nummer die eerder op een goedkope yoga-cd uit de ramsj thuishoort dan op een folkplaat als The Meetings Of The Waters.

Zo zijn er uiteindelijk net teveel momenten waarop overtuigingskracht ontbreekt. The Meetings Of The Waters is met regelmaat een prachtig album, maar kan door die hakkelende momenten uiteindelijk niet tot écht grote hoogten stijgen. Een gemiste kans, want je hoort aan alles dat Fionn Regan in staat is om tot de eredivisie van moderne folkmuzikanten te behoren.