Robert Finley – Goin’ Platinum!

Waardering

7

7

8

Het levensverhaal van bluesmuzikant Robert Finley is als uit een film gegrepen. Al sinds hij op 11-jarige leeftijd stiekem een gitaar kocht van zijn kleedgeld, heeft hij de blues in zich. Decennialang maakte hij muziek, solo of in een band met zijn collega-soldaten, soms wel 6 of 7 uur lang voor een uitzinnig publiek. Het succes bleef echter uit. Vorig jaar werd hij ontdekt – 63 jaar oud en werkloos door zijn slechtziendheid. Op zijn tweede album Goin’ Platinum! krijgt de bluesveteraan bijval van Black Keys-frontman Dan Auerbach en sessiemuzikanten die ook te horen waren op legendarische langspelers van Elvis Presley en Aretha Franklin. Geen gebrek aan star power, maar zorgt dat ook voor een ouderwets fijne bluesplaat?

Eén ding is vanaf de allereerste noot duidelijk: Finley is niet van de toeters en bellen, en is al helemaal niet van plan het blueswiel opnieuw uit te vinden. Zijn nummers op Goin’ Platinum! zijn recht door zee en putten uit de gebruikelijke onderwerpen. Hard werk, onbeantwoorde liefde en grote problemen passeren de revue. Revolutionaire teksten ga je hier niet vinden, daarvoor houdt Finley veel te veel van de klassiekers. Wat je wél vindt, is een overvloed aan soul. Finley’s stem is heerlijk doorleefd en alle songteksten lijken heel natuurlijk uit zijn performance te vloeien. Het lijkt bijna alsof hij ze ter plekke verzint, maar daar zijn ze te goed voor doordacht.

Waar Goin’ Platinum! zich écht in onderscheidt, is de fantastische productie die Dan Auerbach aflevert. De old school bluessongs klinken lekker klassiek, maar ook kraakhelder. Iedere song heeft een aantal details die extra leven in het geheel blazen. Daarvoor benut Auerbach een flinke verzameling orgeltjes en achtergrondzangeressen. Het resultaat is een plaat die qua songwriting en performance niet zou misstaan op een grammofoonplaat uit de jaren 50, maar qua techniek perfect met de moderne tijd mee kan.

Op sommige momenten stelt Finley’s no-nonsens aanpak wel een beetje teleur. De songs op Goin’ Platinum! zijn erg vluchtig. De tien nummers op de langspeler duren amper drie minuten per stuk, en dat geeft ze weinig ruimte om te ademen. De eindeloze couplet-refrein-couplet-refrein-couplet-refrein-structuur gaat op den duur een beetje vervelen. Finley’s gitaarkunsten zijn duidelijk te horen, maar nergens gaat hij los in een solo of geeft hij de spotlichten over aan een van zijn getalenteerde sessiemuzikanten. Dat zijn de dingen die het album nog nét naar een nieuw niveau hadden kunnen tillen. De nummers die overblijven getuigen dan ook een beetje aan tunnelvisie.

Robert Finley’s tweede plaat laat een muzikant zien wiens kinderdroom meer dan uitgekomen is en dat geeft hem overduidelijk energie en passie. Toch lijkt hij af en toe ook een beetje overmoedig. Met de volste overtuiging levert hij een plaat af vol met nummers waarop hij in zijn element is, maar zichzelf niet echt lijkt uit te dagen. Dat maakt luisteradvies geven wel erg makkelijk: als je van blues houdt kun je de plaat gerust eens opzetten. Zo niet, dan doet Goin’ Platinum! niet veel om je op andere gedachten te brengen.