Steven Wilson – To The Bone

Bone

Waardering

8

Of het nou als soloartiest is of met Porcupine Tree (dat helaas al sinds 2009 stilligt) of met andere sideprojects, Steven Wilson kan niet stoppen met produceren. De albums blijven je maar om de oren vliegen. Dit is nu zelfs het derde jaar op een rij dat Wilson met een soloplaat op de proppen komt. En na Hand. Cannot. Erase (2015) en (2016) is To The Bone zeker geen schijfje met een paar overblijfsels.

Ook is Wilson gelukkig lekker zijn eigen ding blijven doen. Nadat hij jaren zijn platen uitbracht bij Kscope – misschien wel het proglabel bij uitstek – maakte hij voor To The Bone ineens een deal met het grotere Caroline Records. Dan zou je kunnen vrezen voor een iets meer mainstream insteek – al is Caroline daar natuurlijk ook niet direct het voorbeeld van – maar dat blijft gelukkig uit. Alleen Permanating zou misschien gezien kunnen worden als een luchtig intermezzo, waarin ABBA’s Mamma Mia in verwerkt lijkt. Het plotselinge einde brengt overigens wel een leuk effect met zich mee.

De melancholieke toon is op To The Bone overal misschien iets minder aanwezig, dan we van Wilson gewend zijn. Hij kondigde dan ook aan zich iets meer op de pop te richten, een trend die op eigenlijk al te horen was. Maar de mistroostige inslag speelt zeker nog zijn rol. Daarvoor dienen de eerste regels van Refuge – dat een prachtig instrumentaal stuk dat mondharmonica en gitaar in huis heeft – wel als voldoende bewijs. ‘Here in the wreckage the winter is hard/I sleep in the same clothes that I drag through the mud.’  

Net zoals op is zangeres Ninet Tayeb ingevlogen voor een paar vocalen. Tijdens haar eerste klanken op Pariah lijkt het alsof ze licht schor was tijdens het inzingen. Misschien is dat wel opzettelijk gedaan, want het hesere geluid is niet een smet op het nummer. Wel is de climax waar Pariah naartoe werkt, een hele voorspelbare – wat overigens geen synoniem is voor slecht. Op Blank Tapes is de inbreng van Tayeb wat vlakker. Het schorre is eraf, maar daardoor mist ze ook wat diepte in haar stem.

Ook Sophie Hunger is aanwezig als zangers op Song Of I, dat gebouwd wordt rondom een Massive Attack-achtige sample. Dat is uitgerekend niet een van de artiesten die Wilson zelf noemt als zijn voornaamste inspiratiebronnen voor deze plaat. De muzikant zegt zich meer op de jaren tachtig te hebben gefocust en heeft het over Talk Talk, Peter Gabriel, Tears for Fears en Kate Bush. Zeker Talk Talk en Gabriel hoor je regelmatig terug op To The Bone.

Daarnaast pakt Wilson een paar keer in Porcupine Tree-stijl uit. The Same Asylum As Before is daar wel het beste voorbeeld van. Het knalt soms heerlijk uit je speakers, waarna het ineens overschakelt naar meer symfonische klanken, om vervolgens weer terug te schakelen naar het hardere werk. Dergelijke overgangen – zei het een stuk minder grof – zitten ook op het niet minder mooie People Who Eat Darkness.

Steven Wilson onderscheidt zich als een echt productiebeest. Want waar de albums onophoudelijk blijven voortvloeien, maakt hij zich er geen seconde makkelijk van af. Zelden tot nooit vlakt de muziek af. Waardoor je ook bij To The Bone wéér getriggerd wordt om de plaat meermaals te luisteren.