Suede – The Blue Hour

Waardering

6

7

In de schaduw van Oasis en Blur presenteerde Suede zich in de jaren ’90 als een springerige, extraverte variant binnen de britpopscene. Na een korte break-up tussen 2003 en 2010 veranderde de boel: Suede 2.0 ging verder met een meer duister, sterker doordacht en subtieler geluid. Met succes. Het begin van het achtste album The Blue Hour is dan ook even schrikken.

Een moddervet aangezette lading strijkers. Een theatraal koor. Openingstrack As One roept behoorlijk wat vraagtekens op. Is dit Suede of heeft zanger Brett Anderson de overstap naar een slap aftreksel van Within Temptation gemaakt? Nee, dit is niet bepaald een vliegende start van het album. The Blue Hour – met als leidende thema’s angst en kwetsbaarheid – roept in eerste instantie vooral angst over de kwaliteit van de plaat op.

Gelukkig heeft de band al snel de teugels weer stevig in handen. Wastelands is een typische Suede-track met zangerige gitaren en een prachtig refrein, waar Anderson met zijn typische stemgeluid en accent extra diepte aan geeft. De kracht van het schrijven van goede liedjes is nooit verloren gegaan in de 28 jaar dat Suede in de muziekwereld meedraait. Zet het vijftal in een studio en kwaliteit is gegarandeerd.

Maar waarom laat de band zich dan toch verleiden tot het doelloze tussendoortje Chalk Circles? Het zal ongetwijfeld passen binnen het concept dat Suede in gedachte heeft. Maar voor de luisteraar is het vooral een storende onderbreking. De twee minuten lijken regelrecht afkomstig van de soundtrack een clichématige fantasyfilm. Toch nog iets positiefs: de slim uitgekiende overgang naar Cold Hands. Suede heeft zichzelf in deze track weer gevonden en meteen is het genieten geblazen. Het magnifieke refrein dreunt ook na afloop nog wel even door je hoofd.

Niet veel later herhaalt Suede het merkwaardige trucje. Wederom een vreemd intermezzo in de vorm van Roadkill, waarin Anderson met vervormde stem twee minuten brabbelt over het vinden van een dood vogeltje. En huppakee, meteen weer een ongelooflijke knaller erachteraan. Tides kent een schitterende opbouw, met dreigende drums en de zang die van wanhoop steeds verder wordt opgeschroefd. Het lijkt wel of Suede bewust twee spuuglelijke tussentracks op The Blue Hour heeft gezet, zodat de schoonheid van de nummers die volgen extra naar voren komt.

Toch moet het hoogtepunt dan nog komen. Don’t Be Afraid If Nobody Loves You is meer dan terecht al vroeg als single uitgebracht. Hoop en energie stromen uit de lyrics, zodat zelfs de meest onzekere persoon zich na afloop bovenop de top van de Olympus waant. In de drie slotnummers mogen de Disney-strijkers uit opener As One nog eventjes opdraven. En in slotstuk Flytipping is ook het koor weer present. Welke bedoeling er ook achter zit, het is niet hoe je Suede het liefste hoort.

Suede is die klasgenoot die maar geen onvoldoende weet te behalen. De band knalt van tijd tot tijd en zanger Brett Anderson geeft je met zijn stem een gevoel van onoverwinnelijkheid. De paar flinke missers op The Blue Hour zijn Suede voor een groot deel vergeven, aangezien we er ook een paar absolute parels voor terugkrijgen.