Advertisement

Handleiding bij het bezoeken van een Bob Dylan concert

Al vele malen kwam ik ze tegen, na afloop van een concert. Niet dat ik ze kende of een woord met ze wisselde; hun gemopper was zo ook wel hoorbaar. Bezoekers van een concert van Bob Dylan, die zich er iets heel anders bij hadden voorgesteld. Daarom een handleiding voor als je naar één van de concerten van Bob in Eindhoven of Amsterdam gaat.

Punt één. Verwacht geen greatest-hits-show. Of misschien moet ik zeggen: verwacht geen show. Geen choreografie; het enige wat aan Bob beweegt is zijn linkerknie, als hij er zin in heeft tenminste. Geen videobeelden of spectaculaire lichteffecten; tegenwoordig is de belichting op het podium dermate schaars dat je je eerder in een slecht verlichte nachtclub waant dan bij een popconcert. Geen popconcert trouwens waarbij je lekker kan meezingen met je favoriete hits; om te beginnen speelt hij die niet en als hij ze wel speelt –vooruit, Blowin’ in the wind krijg je als toegift- is het nummer nauwelijks te herkennen.

Na afloop van een eerder optreden in Amsterdam zag ik Peer Mascini lopen. Of beter gezegd: hij beende woest richting de uitgang, ondertussen luid met zijn Melkunie-accent verklarend dat hij zijn geld terug ging eisen omdat de liedjes totaal onherkenbaar waren en hij geen klap verstond van wat Bob zong. Ikzelf heb ook wel eens half nummer lang staan prakkiseren wat hij in vredesnaam aan het spelen was; ik herkende het ergens wel, maar het kostte een paar minuten om het thuis te brengen. Overigens, punt twee: trek je niks aan wat al die BN’ers roeptoeteren over Bob. Mart Smeets begon er ooit mee door te beweren dat hij met zijn rug naar het publiek staat. Ja, Bob ruilde vanwege artrose zijn gitaar op zeker moment in voor een piano en vanuit de VIP-foyer bezien stond hij waarschijnlijk met z’n rug naar De Grote Mart, en dát had de kleine Bob beter niet kunnen doen, want sindsdien is het in de krant of op tv bij De Wereld Draait Door een nationale sport geworden om te vertellen wat er allemaal niet deugt aan de optredens van Bob. Inleiding: His Bobness zingt als een schorre kraai en staat tegenwoordig met zijn rug naar het publiek; Mart, heb jij er een beetje zin in? De tweede aangeschoven zuurpruim mag dan nog even laten weten dat Bob helemaal niks zegt tijdens zijn concerten. Punt drie: Bob zegt helemaal niks tijdens zijn concerten. Of het moet de bijna onverstaanbare aankondiging zijn dat ze even pauze gaan houden, waarna Bob even snel verdwenen is als hij opkwam. Punt vier: er is dus een pauze. En daarna gaat hij gewoon verder. Zonder ‘hello Amsterdam’ of ‘you’re the most wonderful audience in the world.’ Sommige mensen vinden dat onbeschoft. Zoals de critici aan tafel van DWDD. Om daarna verder te filosoferen of hij er überhaupt niet beter mee kan ophouden, want hij zingt immers als een schorre kraai. Punt vier: Bob zingt niet als een nachtegaal. Laat ik het maar gewoon toegeven. Je kunt het doorleefd noemen, of puur, of echt, maar The Voice ga je er natuurlijk nooit mee winnen. Maar wie naar Bob Dylan gaat vanwege zijn fabuleuze zangtechniek is sowieso niet goed bij z’n hoofd. Ik ga ook niet naar Frans Bauer vanwege op doorleefde wijze gebrachte poëtische teksten. Ik ga gewoon niet naar Frans Bauer.

Overigens zingt Bob de laatste jaren als nooit tevoren. Dat moet ook wel, want sinds enige tijd staan er standards van die andere Voice op het menu: hij zingt inderdaad liedjes van Frank Sinatra. De die-hard-fans zijn er minder blij mee, maar die verwijs ik graag naar punt vijf: Bob heeft nog nooit gedaan wat zijn publiek van hem verwachtte. Toen hij zijn spijkerjasje inruilde voor een leren exemplaar en een elektrische gitaar omhing werd hij avond aan avond uitgefloten en uitgemaakt voor Judas. Toen hij zich eind jaren 70 bekeerde speelde hij de eerstvolgende jaren alleen nog maar gospelmuziek, wat een verstokte fan bracht tot een spandoek met daarop de tekst: Jesus loves your old songs too! Pas toen een meerderheid van het publiek definitief was afgehaakt kwamen er sporadisch weer oude liedjes op de setlist. Kortom: you never know what you gonna get. Dat wil zeggen: sinds enige jaren is de setlist verrassend niet-verrassend. Avond aan avond speelt Bob hetzelfde. Totdat hij in een wilde bui besluit de lijst met liedjes weer totaal om te gooien. Het gebeurde een paar jaar geleden vlak na een paar concerten in Amsterdam. Weer een paar avonden later werd ook dat weer teruggedraaid, alsof er nooit iets was gebeurd.

En nu is het bijna zover. Nog even voordat Bob in zijn eindeloze rondreis over de wereld Nederland aandoet. Voor het eerst in Eindhoven, voor het eerst in Carré. Stilzwijgend zal hij opkomen, stilzwijgend zal hij weer vertrekken. En daartussen? Je weet het nooit helemaal zeker. Maar je bent in elk geval gewaarschuwd.