‘Binary Childhood’. Alle herinneringen van je kindertijd tot nulletjes en eentjes gecomprimeerd. Elk nostalgisch geladen plaatje, elke zoetsappig sentimentele terugblik op je jeugd, alles in een binair systeem van bits en bytes gegoten. Een debuuttitel met een dystopische lading. En dat was precies de bedoeling, zo bevestigde het Britse ravepop-duo Otzeki in een interview met de BBC. De traagjes pulserende elektronische tonen van Binary Childhood vormen een kritiek op het ‘algoritme als de norm’ en de digitalisering van organische processen. We leven in een systeem dat slechts zichzelf dient, in plaats van de mensen waar het voor zou moeten staan.
De twee neven Mike Sharpe (zang, gitaar) en Joel Roberts (synthesizer, control panel) zijn niet politiek geëngageerd, zo zeggen ze zelf, maar wel geëngageerd met de mens, de liefde en alles daartussenin. Hun debuutalbum betreft in totaal zo’n drie kwartier aan vlijmende percussie, broeierige synthtonen en eigenzinnige zangpartijen. Eigenlijk voelt het meer als drie uur: door de ingetogen aard van Otzeki’s muziek is de progressie van Binary Childhood traag en langwijlig, maar daardoor niet minder meeslepend. Integendeel.
Alvorens je te introduceren aan de naargeestige digi-realiteit van Binary Childhood, biedt opener All the Animals nog een kijkje op het onvervalste. De akoestische gitaartonen en Sharpe’s etherische kopstem gaan gepaard in een illuster plaatje van puurheid en organiek, die in scherp contrast staat met de rigide elektronische tonen en beats die in het verschiet liggen. Sharpe’s stem is niet in het bijzonder uniek, maar zijn stemgebruik en zijn zanglijnen zijn dat wel. Dit valt op te maken uit de albumopener, maar ook de extravagante vervolgtrack Pay the Tax geeft hier een mooi beeld van. Het beste voorbeeld is misschien nog wel Sun is Rising, een indrukwekkende combinatie van Sharpe’s weeïge vastbeslotenheid op de vocals en Roberts’ felle ijver op de mechanische loopbeat en omgewerkte orgeltonen.
Eigenlijk omschrijft deze combinatie het album als geheel evengoed. Ze maakt het tot een weinig verrassend gegeven dat het duo eerder al het podium mocht betreden op Noorderslag, ADE Live, de Sugarfactory en Motel Mozaique, en over pakweg een weekje door de Melkweg geboekt is. Otzeki is Thomas Azier, maar dan zonder de overtheatrale pretenties, clichématige uithalen of het tenenkrommende dramaqueen-gehalte. Otzeki is Oscar and the Wolf, maar dan terug gestript naar de essentie, zonder de prismatische toeter-en-bellen-parade, maar naakt. Naakt en echt.
Een kleine inzakking in flow en kwaliteit richting het einde van het album, met name op tracks Walk On en Ships Are Coming In, kan het duo vergeven worden zodra bijvoorbeeld het onderhuidse, tranentrekkende Angry Fix of het naargeestig spiraliserende True Love er tegenover wordt gezet. Ook de afsluiter, Strife, zet volmaakte intimiteit neer door de harmonie tussen zang en ritme. In het minimalisme van Otzeki valt dergelijke intimiteit slechts te realiseren met een eindeloze aandacht voor detail en nuance. De ‘controlled raving’ van Binary Childhood is dan ook ‘controlled’ tot in de absolutie. Maar het effect dat zij op de luisteraar heeft is allesbehalve dat.