Calexico – El Mirador

Waardering

7

Al sinds de oprichting van Calexico in 1990, staat de band garant voor muziek die zich zowel geografisch als sferisch bevindt op de grens van Amerika en Mexico. Ook al kende de band de afgelopen decennia veel wijzigingen in de bezetting, de basis van de band – gevormd door Joey Burns en John Convertino – zorgt voor een immer herkenbaar eigen geluid. Op hun elfde album ‘El Mirador’ is dit gelukkig niet anders en kun je je veertig minuten lang laten onderdompelen in onversneden Tex-Mex, Americana en latinrock.

Al bij het horen van de eerste tonen van openingstrack El Mirador ben je er: Calexico. Een plaatsje gelegen in de Sonora woestijn met zo’n 40.000 inwoners in het zuiden van de Amerikaanse staat Californië, aan de grens met Mexico waaraan deze band haar naam ontleent. Calexico voldoet als plaats aan alle clichés die je hebt bij een Amerikaans/Mexicaanse woestijnstad: je hoort het zand zuchten onder de verzengende hitte van de zon, je ziet de saguaro cactussen hoog boven het uitgedroogd struweel uittornen en het tuimelkruid rolt over de uitgestrekte vlakten als een verkoelende wind opsteekt. De derde track van de plaat ‘Cumbia Peninsule’ maakt dit beeld compleet. Zeker ook door de lichte gelijkenis die de klanken van dit nummer heeft met ‘La Colegiala’, beter bekend als de Nescafé-tune.

Dat het leven in deze streek niet alleen pais en vree is, blijkt als de tekst van bijvoorbeeld het nummer ‘El Paso’ onder de loep wordt genomen. ‘You used to dance in the dust and sand/First with your mama, then a gun in your hand.’ Het geeft de songs net dat beetje blues waarmee het zich onderscheidt van anderen binnen dit genre. Het afsluitende ‘Caldera’ is het tekstuele hoogtepunt van dit album. Naar het Nederlands vertaald: ‘Begraaf je handen onder de klei, met de as van beloften die we hebben gemaakt.’ Een met weemoed gevulde volzin, die op zichzelf al bijna een gedicht is. En dat is nu precies waar de schoen een beetje wringt op El Mirador.

Muzikaal is het een zeer begaafd album dat je in staat stelt heimwee te voelen naar het in de Sonora woestijn gelegen Calexico, zelfs als je er nog nooit bent geweest. Op El Mirador hoor je de muziek van de zomer, het seizoen van de overvloed. En in overvloed en gewillige overgave is het aangenaam wegdromen bij de klassieke trompetklanken van een mariachi, de dansende maatritmes van de banda en de verleidelingskunsten van de bossa nova. Het kost echter het nodige graaf- en denkwerk om verbinding te voelen met de andere kant van dit album: de kant die het leven van alledag op de eindeloze vlaktes van zuidwest Amerika, van haar pijnlijke en gekwetste kant laat horen. Voor velen zal deze kant van El Mirador waarschijnlijk onontdekt blijven. Begrijpelijk als je beseft dat dit album het best te omschrijven is als een muzikale reisgids. En reisgidsen lenen zich nu eenmaal slecht voor zoektochten naar diepere lagen, betekenissen op waarde schatten en introspectie. Maar niet getreurd, want ook zonder deze ingrediënten blijft de kenmerkende Calexico-sfeer van dit album als een huis overeind staan. Een fijn album met ratelslang-blues in haar beste vorm.