Crowded House – Gravity Stairs

Crowded House Gravity Stairs
Crowded House Gravity Stairs

Waardering

7

Het is moeilijk voor te stellen dat Gravity Stairs pas het achtste studioalbum is van de Australische band Crowded House die al in 1987 een wereldwijde hit scoorde met het nummer Don’t Dream It’s Over. Evenmin is het voor te stellen dat de Australiërs in Nederland geen enkele keer de nummer één positie bereikten. Sterker nog, van alle albums en singles haalde er slechts een de top tien (precies; Don’t Dream It’s Over). Dat Crowded House door vele muziekdeskundigen wordt vergeleken met The Beatles blijkt dus geen garantie op succes te zijn (als succes wordt uitgedrukt in hitnoteringen). Ook op Gravity Stairs liggen de muzikale vergelijkingen met de fab-four voor het oprapen. En dan hebben we het niet eens over de hoes die een weinig subtiele ode is aan het album Revolver van The Beatles.

Magic Piano bijvoorbeeld, het lied waarmee Gravity Stairs opent, maakt in de songtekst gebruik van poëtische beelden en metaforen waarmee een sfeer van introspectie en emotionele diepgang gecreëerd wordt. Dit is op zich niet typerend voor het werk van The Beatles die hun teksten vaak iets directer adresseerden en minder cryptisch waren. Maar voeg daar aan toe de melodische complexiteit en melodie- en ritmestructuur die in Magic Piano te horen zijn en je waant je plots aan het eind van de jaren zestig. En mocht dit nog niet overtuigen dan trekt de steeds mooier rijpende stem van Neil Finn je wel definitief over de streep.

All That I Can Ever Own laat in de eerste zes seconden een klank horen van een plaat die achteruit gedraaid wordt en klinkt als een samenvoeging van Don’t Let Me Down en Lucy In The Sky With Diamonds. Vervolgens ontvouwt zich een typisch Crowded House-lied over de vergankelijkheid van het leven. In een gesprek met The Irish Times zegt Finn: ‘Je hele leven lang word je omgeven door een element van loslaten, van alles, behalve van de liefde die je voor iemand voelt.’ Of zoals Lennon en McCartney iets puntiger schreven ‘All You Need Is Love’.

Oh Hi is de enige single die voorafgaand aan dit album werd uitgebracht. Oh Hi is een lied met een boodschap (zanger Neil Finn is ambassadeur van de stichting So They Can; een internationale organisatie die kinderen helpt die in armoede leven), elegant geproduceerd en moeilijk om geen waardering bij te voelen. Maar Finn gaat pas echt onderhuids zitten met het nummer Some Greater Plan (For Claire), waarin hij de liefdesrelatie bezingt die zijn in 2019 overleden vader had gedurende de Tweede Wereldoorlog: ‘I’ll sing it if you want, to feel a part of some greater plan/Do you want to heal the heart of this broken man?’ Het feit dat dit het enige lied is op de plaat waarop broer Tim Finn ook meezingt geeft het geheel nog een extra dimensie.

Zo navigeren de elf onmiskenbare Crowded House-songs op Gravity Stairs langs thema’s als de zwaarte en lichtheid van het leven, het vinden van troost en zelfexpressie in muziek, het koesteren van liefde ondanks de aanwezigheid van duistere krachten en vergankelijkheid, hoop en veerkracht. De laatste tracks als Blurry Grass en I Can’t Keep Up With You dansen enigszins om elkaar heen in ongeveer hetzelfde midtempo, waardoor deze langspeler – met uitzondering van het afsluitende Night Song – de aandacht net niet helemaal tot het einde weet vast te houden. En dat is jammer want Night Song krijgt hierdoor niet de erkenning die het verdient. De ritmestructuur in dit lied verschuift in iets meer dan vier minuten van een easy-listening driekwartsmaat naar een Prince-waardige soulfunk vierkwartsmaat en is daarmee een overtuigend slotakkoord op een sowieso al overtuigend album. Nee, Gravity Stairs is niet vernieuwend, maar wel veertig minuten lang sympathiek en kwalitatief sterk. Gewoon Crowded House zoals we ze al bijna veertig jaar kennen eigenlijk, en daar is goedbeschouwd niets gewoons aan.