Daniel Romano – Mosey

Waardering

8

9

Daniel Romano verovert al jaren de wereld met zijn hartverscheurende country in de klassieke zin des woords. Een genre waar Romano zichzelf overigens niet mee associeert. Hij spreekt liever van de term ‘mosey.’ Romano’s nieuwste album – toepasselijk Mosey getiteld – laat op indrukwekkende wijze horen wat dit zelfbedachte genre inhoudt.

Romano noemt het een ‘ontsnappingsplan.’ In de hedendaagse country vindt hij niks terug van de oorspronkelijke Amerikaanse plattelandsmuziek, zo vertelt hij aan het Belgische HUMO. De countrypopdeuntjes van nu hebben nauwelijks nog met Hank Williams of Merle Haggard te maken. Zijn muziek als country beschouwen zou volgens Romano dan ook verkeerde verwachtingen scheppen. Het verklaart zijn keuze voor ‘mosey.’

Toch kan niemand eromheen dat de country van Romano’s muziek afspat. Ook op Mosey zorgt de overduidelijke countrysaus over onder meer I’m Alone Now en (Gone Is) But A Quarry Of Stone voor een vrachtlading aan weemoed. Waar dit op zijn vorige albums van begin tot eind voortduurde, laat Mosey horen hoe veelzijdig en rekbaar Romano’s muziek is.

De albumcover van Mosey doet al vermoeden dat Romano een transitie heeft doorgemaakt ten opzichte van zijn vorige werk. Waar de Canadees met name op zijn laatste twee albumhoezen de countryclichés niet schuwde (hoed, sigaret, cowboysnor), gaat Mosey gepaard met een stijlvolle zwart-witfoto die doet denken aan vroege albumcovers van Bob Dylan of Tim Buckley.

Die transitie is ook op de inhoud van het album terug te horen. De arrangementen van de nummers zijn rijker, de variatie tussen nummers groter. Maar telkens met ‘mosey’ als basis. Dus of het nu de knallende, door blazers gedragen openingstrack Valerie Leon is, of de lome pianoballad One Hundred Regrets Avenue: de onderlinge eenheid blijft knap genoeg hoorbaar.

Toulouse is een nummer dat wel eens een flinke cultstatus onder fans kan opbouwen. De tekst is wat simpel (‘woo woo woo, oh I love you too’) en het Franstalige gefluister wellicht over de top. Romano weet ermee weg te komen. De gitaarriff is aanstekelijk, het orgel ratelt en stilzitten is haast onmogelijk. Het schrijven van de tekst van The Collector is eveneens geen al te grote uitdaging geweest, maar dat is dankzij de zang, de piano en de zwaar aangezette sixties-psychedelica al snel vergeten en vergeven.

Romano besluit het absolute hoogtepunt voor het laatst te bewaren. Op Dead Medium waant de zanger zich voor even bandlid van The Black Keys. Ook garagerock blijkt zo uitstekend te mengen met ‘mosey.’ Een vlammend einde. Het aan het eind hoorbare applaus is niet minder dan verdiend.

Mosey is een pracht van een album. Romano leeft zich als zelfbenoemde ‘King of Mosey’ volledig uit en weet zijn sound in de volle breedte te benutten. Muziek kan ontroeren. Muziek kan ontspannen. Muziek kan energie geven. Maar muziek kan ook gewoon heel erg leuk zijn. Niet alleen Daniel Romano eindigt Mosey met een lach, de luisteraar zal met exact dezelfde vrolijkheid de weg naar het begin van de plaat moeiteloos terugvinden.