Daughtry – Dearly Beloved

Waardering

4

5

Niemand kan ontkennen dat Chris Daughtry een van de beste rockstemmen ter wereld heeft. Spatzuiver, zeer toegankelijk en met de kracht van een bulldozer. Toch profiteerde zijn band daar tot nu toe nauwelijks van. Composities en teksten bleven structureel achter bij de kwaliteit van de zang. Ook op het zesde studioalbum Dearly Beloved presteert Daughtry ondermaats.

Dearly Beloved wordt nog veelbelovend in gang getrokken. Opener Desperation kent een mysterieuze sfeer en Daughtry voedt de mystiek met zijn onheilspellende vocalen. Leadsingle World On Fire is weinig origineel, maar dat is in dit geval helemaal niet zo’n probleem. Een sterke melodie, donkere lyrics en een heerlijk refrein: meer heb je niet nodig om een uitstekend rocknummer neer te zetten. Daughtry lijkt echt prima in de wedstrijd te zitten, want ook het ruige Heavy Is The Crown en het krachtige Changes Are Coming (die gitaren!) overtuigen.

Dat het eerste kwartet tracks tekstueel bij vlagen clichématig aandoet, doet niets af aan het meer dan prima begin van Dearly Beloved. En dan lijkt het een eenvoudige opdracht voor Daughtry: het stuurwiel vastzetten en koers houden tot het einde van het album. Maar zodra de afslag ‘zoetsappigheid’ opdoemt, kan de rockband de verleiding toch niet weerstaan en gooit het stuur om. Een valkuil waar Daughtry in het verleden al vaker in is gekukeld. Titeltrack Dearly Beloved is aal- en aalglad en die tot dan toe stoere rockers krijgen spontaan de uitstraling van een slapende cavia. Met Cry For Help wordt het er niet veel beter op. Handjes-in-de-lucht-rock met een spotgoedkoop refrein, waardoor tussen de tranen door vanzelf ook wat braaksel opkomt.

Zelden wordt het nog spannend op Dearly Beloved. Asylum is nog prima te verteren dankzij het krachtige refrein met scherpe lyrics. Maar de scherpte is op een track als Somebody weer ver te zoeken. De zang is uitstekend, maar als de stembanden kleuterpoëzie als ‘Everybody needs somebody/Everybody needs someone/Everybody needs somebody/Somebody to love’ moeten uitkramen, dan koop je daar geen brood voor.

Toch lijkt Daughtry zich prima thuis te voelen in zoetsappigheidsland. Call You Mine is een glibberig liefdesliedje waarin werkelijk niks gebeurt. Ook op Lioness ontbreekt het aan originaliteit en hoewel er tegen het einde nog een uiterste krachtspoging wordt gedaan, valt vooral het gebrek aan energie op. Daughtry eindigt Dearly Beloved met een heuse pianoballad. Dat kan er ook nog wel bij, zal de inmiddels toch al compleet verweekte luisteraar aanvankelijk denken. Maar eerlijk is eerlijk: juist omdat de voormalig American Idol-deelnemer alleen door een piano wordt begeleid, ligt de focus in Break Into My Heart volledig op zijn stem. En met het belangrijkste wapen van de band op de voorgrond maakt Break Into My Heart nog best veel indruk.

Het wordt een repeterend verhaal voor Chris Daughtry. Geef de Amerikaan een team goede songwriters en Daughtry zal zonder twijfel het ene na het andere weergaloze rockalbum produceren. Helaas moet de zanger het doen met de beperkte compositiekwaliteiten van zichzelf en zijn huidige team. Van de dertien nummers op Dearly Beloved is daardoor nog niet eens de helft van bovengemiddelde kwaliteit. In plaats van met kloppende trommelvliezen eindigt de luisteraar vooral met beschadigd glazuur. Niet voor het eerst doet Daughtry zichzelf daarmee behoorlijk tekort.