Wie kan terugkijken op een carrière die inmiddels zes decennia lang is en liedjes heeft geschreven die gerekend worden tot de beste songs van de vorige eeuw, kan in feite opnemen wat-ie wil. En dat is precies wat Don McLean gedaan heeft op zijn nieuwe plaat American Boys.
Met een albumtitel als American Boys neemt McLean bewust het risico dat parallellen getrokken gaan worden met zijn succesalbum American Pie uit 1971. Dit meesterwerk van McLean bevat onder andere de ruim acht minuten durende titelstuk American Pie (daarover later iets meer) en het lied Vincent over schilder Vincent van Gogh. Dergelijke iconische songs zijn op American Boys niet te vinden. Het is überhaupt flink zoeken om in de dertien songs iets terug te horen van de grootsheid die McLean ooit was. Zeker: sociaal-politieke tekortkomingen, ongelijkheid en onrechtvaardigheid in zijn thuisland Amerika worden ook nu weer bezongen. Maar zijn songteksten zijn sleets geworden. De beeldende woordkeuzes en het gebruik van prachtige metaforen van weleer hebben plaatsgemaakt voor eenvoudige rijmpjes en voor de hand liggende observaties.
Titelstuk American Boys wordt opgevoerd in rockabilly-stijl, zoals die in de jaren vijftig gemaakt werd door Buddy Holly; niet toevallig de persoon waarover het nummer American Pie gaat. Het lied zelf gaat over de ervaringen van Amerikaanse soldaten in oorlogstijd en de impact die dat heeft op zowel soldaten als op Amerika als geheel. In diezelfde stijl volgt Thunderstorm Girl en wat opvalt, na twee liedjes al, is het complete gebrek aan inspiratie en energie bij de sessiemuzikanten waarmee McLean dit album opgenomen heeft. Het straalt helemaal niets positiefs uit.
The Gypsy Road doet nog een aardige poging om een beeldende ballade te worden over een man die zich aangetrokken voelt tot dwalen, ontdekken en het mysterie achterna reizen. ‘We had our summer loving and now our seasons have all gone/The gypsy road keeps calling, but there’s only room for one.’ Ondanks dat het nogal pathetisch luistert, is dit een van de betere teksten die McLean op deze plaat laat horen. Mexicali Gal wordt uitgevoerd als chicano-rock en klinkt door de genrekeuze als een ode aan Richie Valens. Valens kwam op 3 februari 1959 om het leven bij een vliegtuigongeluk tezamen met Buddy Holly die in datzelfde vliegtuig zat. Hun overlijden was de inspiratie voor het eerder genoemde lied American Pie.
Echt ongemakkelijk wordt American Boys met The Ballad Of George Floyd. ‘George Floyd said that he could not breath, so they laid him on the ground/George Floyd said that he could not breath, so they put him in the ground.’ Verreweg de lelijkste ballade die McLean in zijn lange carrière geschreven heeft. Als de moed je dan nog niet ver genoeg in de schoenen gezonken is, volgen nog vier tracks, waaronder Marley’s Song (Save Yourself). Hoewel McLean in een interview aangaf dat het hier een metaforisch personage betreft, kunnen daar de nodige vraagtekens bij worden gezet. Woordkeuzes als ‘redemption’, ‘salvation’ en ‘seeking healing’ wijzen toch sterk in één bepaalde richting.
De bonustrack tot slot (Gotta Make You Mine) is eigenlijk het leukste nummer op American Boys. Het lied luistert vriendelijker en vrolijker weg dan alle voorgaande nummers. Misschien wel omdat de muzikanten opgelucht waren dat het erop zat. En terecht, want bijna vijftig minuten lang is American Boys een gedrocht van een plaat. Maar ja, zoals aan het begin gezegd: de man kan opnemen wat-ie wil en dat heeft hij dan ook gedaan. Of je het vervolgens ook uit moet brengen is een tweede.