Eels – Extreme Witchcraft

Extreme Witchcraft

Waardering

6

Mark Everett is inmiddels een oude rot in het vak, maar van ophouden lijkt de frontman van Eels voorlopig absoluut nog niet te weten. Want dat E, zoals zijn artiestennaam luidt, nog de nodige hoeveelheid lol beleeft aan het maken van muziek is op de nieuwe plaat Extreme Witchcraft wel te horen.

Het plezier is voelbaar in het spel van de band door de vleugjes humor die steevast in de tekst opduiken, maar de lol spat vooral af van de frisse rock-‘n’-roll, die zo vroeg in het jaar al klinkt als de lente. Vooral de singles die Extreme Witchcraft vooraf gingen, bestaan met name uit uptempo rockers, waarvan zeker opener Amateur Hour best aardig is. Toch lijkt de magie van Eels met de jaren wat te zijn gesleten. Herkenbare, pakkende melodieën en nummers die echt blijven hangen zijn spaarzaam. Een aanzienlijk deel van de plaat bestaat uit dertien-in-een-dozijn-Eels-nummers waar weinig mis mee is, zoals Good Night On Earth, maar echt bijzonder zijn ze niet bepaald. Vaak zijn de gitaarriffs en zanglijnen prima onderhoudend zolang de track duurt, zoals ook op Better Living Through Desperation het geval is, maar echt beklijven doen ze maar zelden. In vergelijking met eerdere platen ligt de nadruk erg sterk op de scheurende upbeat elektrische gitaarrockers, en wordt er weinig afwisseling gezocht in de vorm van wat rustigere nummers. Het is daarom extra jammer dat de riffs niet zo heel spannend zijn.

Toch is het echt niet allemaal kommer en kwel op Extreme Witchcraft. Zo is Grandfather Clock Strikes Twelve een earcatcher, waarbij de bluesrocksound tijdelijk wordt ingeruild voor een meer funky aanpak, inclusief groovy beat en basgitaar en een vervormde robotstem. Het zorgeloze getokkel op Learning While I Lose doet van alle tracks op deze plaat nog het meest denken aan de stijl waarmee Eels zijn grootste successen behaalde. De track is voor de trouwe fan dan ook een aangename tijdscapsule naar de hoogtijdagen van de band. Ook What It Isn’t kan niet bepaald onopvallend genoemd worden. De heftige overgangen tussen de rustige coupletten en het schreeuwerige refrein houden de luisteraar – wiens aandacht even was verslapt – wel weer bij de les.

Een oude vos verliest dan misschien zijn haren, maar zijn streken zeker niet, dus een Eels-album zonder op z’n minst een handjevol hoogtepunten zal er waarschijnlijk nooit komen. Al is het niveau misschien niet meer zoals het ooit geweest is, hier en daar staat er nog best wat aardigs op Extreme Witchcraft. Voor de fans blijft het altijd leuk om te zien waar E op nieuwe platen mee zal komen.