Gorillaz – Cracker Island

Waardering

5

Damon Albarn heeft een reputatie opgebouwd van iemand die grote namen weet te strikken voor zijn projecten. Op het nieuwe album van de cartoonband Gorillaz, genaamd Cracker Island, zijn Stevie Nicks, Tame Impala, Bad Bunny en Beck allemaal van de partij. Maar het hebben van een indrukwekkende gastenlijst garandeert geen succes.

Het vorige album, Song Machine Season 1, werd in oktober 2020 uitgebracht tijdens de lockdown. Hoewel er toen nog plannen waren voor een vervolg op Song Machine, lijkt Albarn dat idee voorlopig te hebben laten varen. Met Cracker Island kiest hij voor een meer ingetogen en minimalistische benadering met slechts tien tracks, goed voor zo’n veertig minuten luisterplezier.

De animatieband blijft dit keer opmerkelijk binnen de perken van zijn ‘eigen’ genre van alternatieve pop met een vleugje punkrock en hiphop. Op eerdere platen zoals Humanz werd wat meer geëxperimenteerd met andere geluiden en genre-mixes. Het titelnummer Cracker Island heeft de kenmerkende elektrische geluidssignatuur van de band, aangevuld met meesterlijke funky bass-riffs van muzikant Thundercat, waardoor het een aanstekelijk en dansbaar nummer is. Direct daarna wordt de verleidelijke stem van Stevie Nicks geïntroduceerd op de track Oil, een electropop ballad waarin de stemmen van Albarn en Nicks prachtig verweven zijn. Het enige nadeel is dat Nicks meer als een achtergrondzangeres fungeert.

Kevin Parker (Tame Impala) zingt met zijn aanlokkende stem het steeds terugkerende refrein op het nummer New Gold, maar dat is het dan ook. Het klinkt meer als een Tame Impala-nummer dan als een samenwerking met Gorillaz en het gerap van Bootie Brown voelt niet helemaal passend. Hoewel Cracker Island vol zit met typische Gorillaz-hits, voelt dit album toch meer als een nieuwe solo-bijdrage van Albarn, genaamd Damon Albarn & Friends, dan als een daadwerkelijk Gorillaz-album.

En dat is uiteindelijk jammer. Gorillaz hoort het verhaal te vertellen van vier animatie-bandleden, maar bij elke nieuwe plaat hoor je steeds minder de stem van 2D, maar steeds nadrukkelijker de stem van ‘die ene zanger van Blur’. Er zit zeker geen slechte track tussen. Zo zijn er mooie synths te horen in Silent Running en meezweepende akoestiek in Possession Island (featuring Beck). Maar dit album lijdt aan een overdaad aan samenwerkingen, wat afbreuk doet aan de magie waarmee deze virtuele band zo lang geleden mee groot is geworden. Misschien moet er geconcludeerd worden dat Gorillaz na zo’n 25 jaar zijn magie is verloren.