Journey – Freedom

Waardering

4

Van het originele Journey is behalve gitarist Neal Schon weinig meer over. Nou ja, en de sound dan. Het mag misschien meer dan veertig jaar na de onverwoestbare klassieker Don’t Stop Believin’ zijn, de muziek van Journey pik je er nog altijd zo uit. En dat gebrek aan doorontwikkeling is direct het grootste probleem van het nieuwe album Freedom.

Een snelle blik op de tracklijst van Freedom is voldoende om een flinke angst voor eentonigheid te voeden. De thema’s op het album zijn grofweg in te delen in drie categorieën: ‘ik houd van jou, ik blijf je trouw’, ‘ik houd van jou, kom terug en gauw’ en ‘ik houd van jou, waar ben je nou?’. In de praktijk blijkt die angst voor eentonigheid meer dan gegrond. Journey teert op een vast recept en knijpt dat tot de laatste druppel uit. Met zanger Arnel Pineda als vervanging van de legendarische Steve Perry is Journey bovendien nauwelijks doorgegroeid, maar probeert het vooral zijn decennia-oude sound telkens te imiteren. Pineda kan beslist goed zingen, maar voegt totaal geen eigen karakter aan de band toe.

Met Don’t Give Up On Us bracht Journey eerder al een alleraardigste single uit en ook in het geheel van Freedom blijft die track overeind. Het is de tweede track van het album, voorzien van de klassieke AOR-sound waarmee Journey in de jaren tachtig de hits aan elkaar reeg. De band komt er zo vroeg op het album nog mee weg, al komt dat ook omdat je eerst het teleurstellende openingsnummer Together We Run hebt moeten doorstaan. Met name de slappe lyrics zijn funest. ‘Wе’ll make some dreams come true/You know how I believe in you/Leave doubt and fear behind/A place to start again’, klinkt het clichématig. De stuk of twintig hoge ‘whoa’s’ die Pineda er aan het einde van Together We Run tegenaan gooit, klinken bovendien opvallend krachteloos.

Dat Pineda het wel in huis heeft om frontman te zijn van een grote band als Journey blijkt uit You Got The Best Of Me. Verrassend wordt het nergens, maar de zanger staat tenminste vol overtuiging achter de microfoon en geeft best wat energie mee aan het galmende refrein. Toch wordt het binnen de kortste keren weer potsierlijk op Freedom, wanneer de zwijmeldraak Live To Love Again aanvangt. Een gedrocht van een nummer, zoeter dan zoet en gladder dan glad. Een gemiddelde Disney-soundtrack zou hier geen plaats voor durven inruimen.

De enkele keer dat Journey wat ongepolijster te werk gaat op Freedom, geeft in ieder geval wat schwung aan de plaat. Come Away With Me bijvoorbeeld, waarop Schon zijn gitaar eindelijk eens lekker stevig aanpakt en daarmee een meer dan prima rocktrack creëert. Maar keer op keer op keer komt de aalgladde kant van Journey zich met Freedom bemoeien. En dan is het stevig doorbijten tijdens tandglazuurverwoestende kitsch als After Glow, United We Stand en Beautiful As You Are.

De kenmerkende afwisseling tussen ruige gitaarmuziek en mierzoete glibberrock mocht in de jaren tachtig scoren, veertig jaar later is het wel een keertje klaar voor Journey.  De band klinkt negentig procent van de tijd als een huismerkversie van zichzelf. En dan voelt Journey óók nog de behoefte om maar liefst vijftien nummers aan Freedom toe te voegen. Als daarvan slechts drie of vier tracks een ruime voldoende scoren, is dat een taaie beproeving voor de luisteraar. Journey moet het verleden koesteren en lekker gaan genieten van zalen vol fans die hun kelen schor zingen bij alle hits van weleer. Wat nieuwe muziek betreft lijkt de eindbestemming in zicht.