Kamasi Washington, wilde dit keer een album maken met dans als achterliggende inspiratie. Waarbij hij er gelijk aan toevoegde dat niet al te letterlijk te nemen: ’Dance is movement and expression, and in a way it’s the same thing as music — expressing your spirit through your body. That’s what this album is pushing.’ Dansbaar is Fearless Movement zeker niet, daarvoor is Washington te veel de jazzmuzikant die hij is. Maar is het album door die inspiratie wellicht toegankelijker dan zijn eerdere werk?
Fearless Movement opent met een gebed in de taal van de Ethiopische orthodoxe bijbel. Even denk je beland te zijn in een gospelalbum, maar dat verandert snel als Lesanu overgaat in heerlijk swingende jazz. Het daaropvolgende Asha The First is geïnspireerd op een melodie verzonnen door ’Washington’s twee jaar oude dochter. Met de hulp van Thundercat begint het nummer op typische Washington-wijze: harmonische samenzang, waarna Thundercat de bas even lekker onder handen neemt. Dansbaar wordt nu al een rekbaar begrip, maar met de halverwege het nummer geïntroduceerde rap van Taj en Raj Austin blijf het toch moeilijk stilzitten.
Een parel op het album, mede dankzij de schitterende zang van Patrice Quin, is het op Computer Love van ZAPP (uit 1985) gebaseerde nummer met diezelfde titel. Uitermate geschikt voor ouderwets schuifelen, slijpen, slowen…
Washington is bekend om zijn lange tracks en de eerste drie van Fearless Movement zijn dan ook geen uitzondering. Op al die nummers blaast Washington als vanouds zijn fenomenale partijen. En dat blijft eigenlijk het hele album een ‘check in da box’. In dat opzicht niet veel nieuws. Opmerkelijk zijn daarom de twee volgende nummers die veel korter zijn. The Visionary is een één minuut durend nietszeggend muziektapijtje en als George Clinton langskomt in het lekkere maar niet al te hoogstaande Get Lit, klinkt dat toch een beetje als vergane glorie.
Dream State en Together kunnen worden gezien als een rustig intermezzo op het album. Op Dream State doet Andre 3000 (ja, die van Outkast) mee. Hij is inmiddels ‘bekeerd’ tot de fluit (luister maar naar zijn vorig jaar uitgekomen New Blue Sun). In deze track fladderen Washington’s sax en Andre 3000’s fluit heerlijk om elkaar heen. Together met BJ The Chicago Kid is een lekkere bluestrack uit de categorie ‘dertien in een dozijn’.
Washington lijkt lekker uitgerust en gaat vervolgens gelukkig weer ouderwets los op de rest van het album. Met onder andere het heerlijk swingende The Garden Path (dat qua intro lijkt op Asha The First), het lange en fijne Road To Self met dé klassieke opbouw van een jazznummer (solootje hier en daar) en het prachtige slotstuk Prologue waarop Washington het halverwege lijkt te verliezen van zijn instrument, maar net op tijd bij zinnen komt.
Daar waar Kamasi Washington de voorgenomen dansinspiratie toevoegt aan zijn karakteristieke stijl, maakt het zijn muziek inderdaad toegankelijker. Als het album de rust opzoekt, zoals in Intersteller Peace en Lines In The Sand, is de voorgenomen inspiratie nauwelijks waarneembaar, maar blijft het heel lekker om naar te luisteren. De specifieke ’that’s what this album is pushing‘-track Get Lit valt uit de toon. Fearless Movement is daardoor een wat onsamenhangend album met gelukkig de nodige pareltjes.