Kingsmen – Bones Don’t Lie

Kingsmen Bones Don't Lie

Waardering

6

Kiezen doet verliezen, moet Kingsmen bij het maken van het nieuwe album Bones Don’t Lie hebben gedacht. De band staat nog maar aan het begin van zijn carrière – dit is het tweede album van het Amerikaanse vijftal – en wil zijn sound nog niet al te veel vastpinnen. De besluiteloosheid die daaruit voortkomt, zit de band op Bones Don’t Lie behoorlijk in de weg.

Kingsmen-zanger Tanner Guimond gebruikt Bones Don’t Lie als empirisch onderzoek naar de veelzijdigheid van zijn stem. En dat levert prima onderzoeksresultaten op. De cleane zang in tracks als Trial By Fire en Dead Letter klinkt helder en overtuigend. In bijvoorbeeld Memory of Bitter Half grijpt Guimond wat meer terug op de metalcorestijl van debuutalbum Revenge. Forgiveness. Recovery. (2020). In titeltrack Bones Don’t Lie gaan de gedachten juist weer uit naar de nu-metalhoek, waar Corey Taylor (Slipknot) en Jonathan Davis (Korn) de scepter zwaaien. En in Diamondize overdondert Guimond in de maximale screamstand, dat door de ferme compressie extra heavy klinkt.

Door deze afwisseling in zang, maar ook in composities, trekt Kingsmen zichzelf net zo snel weer uit de pure metalcorehoek als waar de band zich met zijn debuutplaat zorgvuldig in had gewurmd. En het vijftal voert zijn taken in alle hoeken van het stevigerockspectrum goed uit. Al wordt het nergens speciaal. De diversiteit gaat zelfs flink ten koste van de samenhang van Bones Don’t Lie. Het album schiet heen en weer en er lekker inkomen is daardoor lastig. Neem de bluesy track No Road Home. Het lage tempo haalt alle snelheid uit het album, waardoor het nummer vooral aanvoelt als hinderlijke onderbreking van de spierballenrock daaromheen. De industrialvibe van Prayer Man tegen het einde van het album voelt eveneens ongepast.

Kingsmen is gelukkig wel zo slim op Bones Don’t Lie af te sluiten met een absolute beuker van een plaat. Diamondize is door de zang, de bijzonder ruige riff en het heerlijke drumwerk een albumeinde waar je nog wel even van blijft natrillen. Zo hard klonk Kingsmen nog niet eerder, maar hopelijk ook niet voor het laatst. De lyrics geven ook nog een mentale oppepper mee. ‘Diamond cut/In the rough/Pain to dust/Diamondize’. Hoe waardeloos het leven soms ook kan zijn, er is altijd een weg naar buiten om weer te kunnen glinsteren als een diamant.

Het is niet gek dat Kingsmen zo vroeg in zijn carrière naar een identiteit zoekt en erop los experimenteert. Welk type rockliefhebber ook voor de balie staat, het vijftal kan altijd wel twee of drie tracks uit de tracklist van Bones Don’t Lie tevoorschijn toveren die zullen bevallen. Bones Don’t Lie van begin tot eind waarderen kost een stuk meer energie. Kingsmen heeft muzikale bindingsangst en scharrelt dus maar wat rond. De band komt zo voor een belangrijke toekomstkeuze te staan: alles een beetje of één ding heel goed? Het kan voor Kingsmen het verschil zijn tussen koninklijke status of wegzinken in het moeras der middelmaat.

Enthousiaste recensenten en spotters gezocht voor Nieuweplaat