Lord Huron – Vide Noir

Waardering

7

Wanneer je ’s nachts in alle eenzaamheid naar boven kijkt, lijkt de kosmos niets meer dan een zwarte leegte. Slechts her en der bewegen wat lichtpuntjes, dansend in het ritmisch niets. Deze zwarte leegte – de ‘vide noir’ – van het universum wordt daarin gekenmerkt door dualiteit. Het is zowel licht als donker; verwonderlijk als angstaanjagend; goed als kwaad; begrijpelijk als onbegrijpelijk.

Met iets van deze gedachten moet frontman Ben Schneider door het nachtelijke LA hebben gereden, toen hij de eerste ideeën voor deze plaat kreeg. Vide Noir is ‘een reis langs de spectra van menselijke ervaring; een zoektocht naar betekenis in een onverschillig universum’, liet Schneider weten bij de persrelease. En hoewel de thematiek van de zoektocht voor de band niet nieuw is, is het kosmische aspect van de verhalen dat wel. Lord Huron wil het deze keer groter aanpakken.

In de muziek komt dit zeker terug, bijvoorbeeld in de vele muzikale genres die Lord Huron op het album presenteert. Waar nummers als Wait by the River en When the Night is Over de herkenbare folk sound hebben van hun eerdere albums, worden in Never Ever of Ancient Names nieuwe wegen ingeslagen. Never Ever doet zelfs een beetje aan als The Killers, met een opzwepende garage rock structuur en bijkomende synths. Maar vooral tweeluik Ancient Names mag als een hoogtepunt gezien worden. De wisselende dynamiek, spanning en gedurfde overgangen maken dit tot het best vertelde verhaal van de plaat.

Tekstueel gezien wordt de zoektocht naar betekenis met klassieke onderwerpen aangesneden. Opener Lost in Time and Space windt er geen doekjes om: ‘I guess she’s gone for good / She don’t call me like I thought she would / She went West to chase her dreams / She took my money, but she didn’t take me.’ Het verlies aan identiteit en het zoeken naar een nieuwe zelf staat voor de protagonist in het vervolg centraal. Makkelijk is dat niet altijd, getuige bijvoorbeeld The Balancer’s Eye: ‘Tell me how does a man change the universe?’

Af en toe lijkt het echter wel alsof de zoektocht ten koste gaat van de muzikale kwaliteit van de liedjes. Vooral de tweede helft van de plaat lijdt hieronder, met liedjes die stuk voor stuk fijn klinken, maar net niet memorabel genoeg zijn. Alsof de band besloot toe te werken naar een onzekere kosmische ontvouwing van het album, daarbij vergetend dat het liedmateriaal wel dragend moest blijven. The Balancer’s Eye en titelnummer Vide Noir zijn mooie uitzonderingen, maar afsluiter Emerald Star is toch wel een zwakke broeder.

Ondanks dat kan Vide Noir als een klein succes beschouwd worden voor Lord Huron, want de grenzen worden flink verlegd en daarmee staat de toekomst open voor veel mogelijkheden. Hoewel het op deze plaat nog niet lukte over de hele breedte te overtuigen, wordt er ruim voldoende geïmponeerd met de nieuw ingeslagen weg. Juist met de nummers die niet voldoen aan de standaard Lord Huron-formule lijkt de band het meest plezier te hebben.