Marcus King – Mood Swings

Marcus King - Mood Swings
Marcus King - Mood Swings

Waardering

5

Zoals Formule 1-coureur Max Verstappen opgroeide in de paddock tussen motoren en bandenwarmers terwijl zijn vader aan het racen was, zo groeide de Amerikaanse zanger en gitarist Marcus King op tussen barkrukken en whiskeyglazen terwijl zijn vader bluesgitaar speelde op het podium. Verstappen heeft zich ontwikkeld tot een van de beste coureurs aller tijden. Die status heeft King niet in zijn metier. Zijn nieuwste album Mood Swings biedt wel aanknopingspunten om te vermoeden dat dit op termijn anders wordt.

Mood Swings is Kings derde album als soloartiest. Bij de albumpresentatie liet hij optekenen dat hij aan de hand van de legendarische topproducer Rick Rubin zijn eigen geluid heeft gevonden. Dat geluid bestaat uit een ongebruikelijke combinatie van soul, blues, southern rock en jazz. Het meest kenmerkende aan King is zijn stem met een opvallende warmte, diepte en een natuurlijke schorheid, die een gevoel van doorleefde levenservaring overbrengt. Daarbij heeft hij ook nog eens een indrukwekkende controle over die stem, waardoor hij moeiteloos nuance en expressie kan toevoegen aan zijn liedjes. Albumopener en titeltrack Mood Swings is daar direct het fonetische bewijs van.

Hoewel, voordat King zijn stem laat gelden is er een kort en belangrijk fragment te horen uit de documentaire The faces of depression: a phenomenological approach to the depression syndrome (Robert Anderson, H.E. Lehmann, 1959). King zelf heeft een verleden met mentale gezondheidsproblemen, wat onder andere leidde tot het gebruik van verdovende middelen. ‘Veel mensen hebben redenen om niet over hun geestelijke gezondheid te praten. Ik probeer het stigma te doorbreken door mijn songteksten’, aldus King In een interview met Glide Magazine. Titeltrack Mood Swings windt daar inderdaad geen doekjes om. Het lied gaat over deze innerlijke strijd en hoe waardevol het is om je veilig en geaccepteerd te voelen bij je geliefde, ondanks emotionele ups en downs.

In schril contrast met deze eerste van elf tracks, is het tweede lied doordrenkt met misère. In F*ck My Life Up Again vindt King zichzelf geluk en vrede onwaardig en streeft naar pijn en vernietiging. Een ongemakkelijke song door het schrijnende gevoel dat je bekruipt bij het luisteren. Even verderop op Mood Swings wordt de klank van de liedjes lichter van toon. Er is ruimte voor progressieve jazz-invloeden, her en der klinkt een beetje Prince-funk, maar thematisch blijft King uit dezelfde vijver vissen.

Absoluut hoogtepunt van dit driekwartier durende album is Hero. Mavin Gaye-waardige soul, gezongen met een stem die het midden houdt tussen Amos Lee, Chris Stapleton en Josh Teskey (The Teskey Brothers). Hero is een lied waar je heerlijk in kunt kruipen als in je oude, versleten en veel te grote lievelingstrui terwijl buiten de regen tegen de ramen slaat.

Hoe ervaren hij ook mag zijn, toch maakt producent Rubin meerdere vreemde (lees: storende) keuzes die King als muzikant niet ten goede komen. De gitaarsolo’s in Delilah en Inglewood Motel (Halestorm) bijvoorbeeld zijn voorzien van een soort overdub met aangedikte distortion en voelen onnatuurlijk. In het lied This Far Gone gebeurt iets soortgelijks, maar dan met de bassdrum en refreinzang. Even vreemd is het lied Bipolar Love. Het is niet zozeer de tekst over hoe liefde soms verandert en vervaagt en de relatie wordt gekenmerkt door onvoorspelbaarheid en tegenstrijdige gevoelens. Nee, het zijn de overmatige hoeveelheid strijkers met als uitsmijter ook nog een xylofoon tussendoor die Bipolar Love een onsmakelijke suikerspinzoetheid meegeven. Na een shot gospel (dat kon er ook nog wel bij) in Me Or Tennessee, sluit Mood Swings af met het nummer Cadillac; een track waar je verder weinig aan mist als je deze overslaat.

Zoals Marcus King al eerder aangaf, heeft hij op Mood Swings zijn eigen geluid gevonden. Op twee van de drie elementen die daarvoor zorgen heeft hij het gelijk aan zijn zijde. Zowel op het gebied van zang als tekstbenadering laat King het beste van zichzelf horen. Waar het op spaak loopt is het derde element: de productie. Dat King zich in vele stijlen thuis voelt, voorziet producent Rubin van een palet aan mogelijkheden waar hij vrijelijk mee speelt. Met als gevolg dat het talent van King op deze manier verwordt tot een devil in disguise. Als King daar meer sturing en focus op aanbrengt, leidt dat enerzijds tot een meer congruent album en zorgt dat anderzijds voor verdieping in plaats van verbreding van zijn metier. Mood Swings is daarmee vooral een uithangbord van Kings talent. Nu nog het passend vehikel erbij vinden, zoals Max Verstappen vond in zijn RB19.