Michael Kiwanuka – Love & Hate

Waardering

7

8

8

Als debutant maakte Michael Kiwanuka al indruk met Home Again, zeker in Nederland. Op zijn nieuwe album Love & Hate verdiept hij zijn soulgeluid met strijkers en gospel en laat hij meer van zichzelf en zijn muzikale voorkeuren zien.

Grote woorden bleven niet gespaard toen Michael Kiwanuka in 2012 met zijn soulalbum Home Again kwam. Adele was fan van het eerste uur en de rest van Europa viel ook snel voor de Londenaar met Oegandese roots. Zijn achtergrond was nauwelijks een drijfveer voor het album: de overheersende thematiek was liefde en religie. Toch blijkt uit interviews dat vragen rondom zijn identiteit hem altijd beziggehouden – geen zeldzaamheid voor artiesten met een immigrantenachtergrond. Het feit dat hij het onderwerp aansnijdt in een tijd van opnieuw oplopende discussies over racisme en discriminatie, komt dan ook niet gekunsteld over.

Hoewel de titel en videoclip van Black Man In A White World niet overlopen van subtiliteit, moeten we die component ook weer niet overdrijven. Kiwanuka’s zoektocht naar een identiteit manifesteert zich toch vooral op muzikaal niveau. Hoewel Home Again door velen werd geadoreerd, klonk ook de kritiek dat er wel erg binnen de lijntjes was gekleurd. Hoe anders is dat op Love & Hate, dat opent met een grotendeels instrumentaal statement van tien minuten (Cold Little Heart), gevolgd door met violen en gospel rijkelijk versierde nummers. Voor fans van de meer eenvoudige, akoestische nummers van het vorige album (I’m Getting Ready) is er op het nieuwe album weinig te vinden. Love & Hate is nog steeds luistermuziek, maar de liedjes zijn wel voller van compositie en ingewikkelder geworden. Of karakteristieker, zou je kunnen zeggen.

De opener en de titeltrack zijn duidelijk gemaakt om indruk te maken en ze zouden niet misstaan als muziek onder een hoogstaand filmdrama. Hetzelfde geldt voor het tevens lange Father’s Child, dat aanvankelijk een voor dit album zeldzaam licht en optimistisch geluid laat horen, om daarna toch te vervallen in melancholie. Maar het zijn de kleinere, minder pretentieuze liedjes waar juist die nieuwe elementen van rijke gospelkoren en violen onverwachts schitterend tot hun recht komen. Neem bijvoorbeeld Rule The World, dat gaat over de verkramping die kan ontstaan als er keuzes gemaakt moeten worden: een gevoel dat veel tijdgenoten vast herkennen. ‘Do I have to rule the world?/Or will it come to me?’ zingt Kiwanuka. Het nummer begint met Kiwanuka alleen met een vervormde gitaar, maar het kent een erg mooie en lange opbouw met strijkers en prachtige gospelelementen.

Een ander voorbeeld is Place I Belong, dat meer funky is dan andere nummers en op een boeiende manier allerlei muzikale invloeden verweeft. We horen violen, bongo’s, een lage, knetterende bas en dat alles op een bluesy basis, ingezet door piano. Ook hier wordt het geheel na een tijdje weer versterkt door een krachtig vrouwelijk gospelkoor.

Met Love & Hate treedt de persoon achter de artiest Michael Kiwanuka meer naar voren, wat ook een verdienste is van de samenwerking met nieuwe producers. Het is een behoorlijke koerswijziging ten opzichte van Home Again, dat eenvoudiger en akoestischer was, en ook opgewekter. Het is nog maar de vraag of Kiwanuka met Love & Hate hoge ogen gaat gooien bij het bredere publiek, maar muzikaal heeft hij zich met dit album wel ontwikkeld.