Nick Cave & Warren Ellis – Carnage

Cave Ellis Carnage

Waardering

8

8

8

9

9

Opeens was ‘ie daar: de nieuwste van Nick Cave & Warren Ellis. Op Caves website The Red Hand Files werd er door de zanger al regelmatig gehint naar Carnage. Sinds vandaag was de plaat plotseling te beluisteren op alle streamingsdiensten. Deze collectie songs wordt niet uitgebracht onder noemer van The Bad Seeds. Nee, Cave zit samen met vast bandlid Warren Ellis achter de knoppen. De eerdere albums met Ellis zijn gericht op sfeer en ambiance en dienen dan ook regelmatig als soundtrack voor films. Het is geen verrassing dat Cave zich nu ook tot zijn vaste bandmaat richt. Zijn stempel was namelijk ook steeds duidelijker te horen op recente langspelers met The Bad Seeds.

Op het anderhalf jaar geleden verschenen Ghosteen was er nauwelijks ruimte voor liedjes en bestonden de tracks vooral uit spoken word. Op opener Hand of God zijn in diezelfde stijl ook geen drums en gitaren te bekennen. Het is duidelijk dat het ook hier niet om onomwonden muziek gaat. Cave en Ellis leunen op de kracht van synthesizers, loops en elektronische drums. De pulserende basdrum doet vermoeden dat er ieder moment een beat gedropt kan worden. De hoge uithalen van Cave klinken wat ongewoon. Dat is namelijk terrein waar de zanger zich normaal niet begeeft. Normaal gesproken kwijt hij zijn gedachten door middel van zijn kenmerkende bromstem.

Dat gebrom is op de rest van het album wél regelmatig te horen. Op Old Time is die elektronische drum wederom te horen. De synthesizers blijven angstaanjagend maar zijn tegelijkertijd ook hoopvoller. Halverwege de song is er een klein instrumentaal intermezzo waar Ellis los mag gaan op zijn viool. Zoals het de muzikant betaamt, brengt hij vooral chaos met zijn vioolspel.

De meest opmerkelijke track op de plaat is wellicht White Elephant. De heren putten voor deze track inspiratie uit de recente gebeurtenissen in de wereld: A protester kneels on the neck of a statue / The statue says I can’t breathe / The protester says now you know how it feels and he kicks it into the sea – en The president has called in the Feds / I’ve been planning this for years / I’ll shoot you in the fucking face / If you think of coming around here. Zo kennen we Cave: puntige, bijtende teksten zonder vrees om de vinger op de zere plek te leggen. Waar het nummer muzikaal erg kaal is en er een duidelijke focus op de tekst wordt gelegd, volgt er uit het niets een koor waarin Cave en Ellis op licht ironische toon de wederkomst bezingen.

Albuquerque is een rustige pianoballad die zorgt voor de nodige afwisseling op een album dat tot dan toe vrij zwaarmoedig en kil aanvoelt. Toch is hier ook treurnis merkbaar: Cave lepelt de ene na de andere plaats op waar hij vanwege de lockdown niet mag zijn. Vanaf dit moment lijkt de sound muzikaal gezien om te slaan. Afsluiter Balcony Man biedt wat meer troost dan de eerste helft van de plaat. Cave lijkt de wereld te aanschouwen vanaf zijn balkon. Toch klinkt het alsof hij berusting heeft gevonden, waar hij dat eerder op de plaat niet had.

De laatste jaren wordt Cave op handen en voeten gedragen door de internationale muziekpers. Ook muziekfans lieten Cave niet links liggen. Sinds een aantal jaar doet hij heuse arenatours over de hele wereld. Wellicht dat Cave het zich hierdoor ook permitteert om zijn experimenteerdrift de vrije ruimte te geven. De eerste helft van het album is duidelijk meer uptempo dan het voorgaande werk van de heren. Dat betekent niet dat de plaat als vrolijk kan worden omschreven. Zeker de tweede helft van Carnage laat ruimte voor melancholie. Duidelijk is dat de Cave en Ellis nog steeds plezier halen uit hun spel en de luisteraar graag meenemen op een muzikaal avontuur. En dat avontuur is iets waar je als luisteraar maar al te graag aan meedoet.