Paloma Faith – The Architect

Waardering

5

Dat Britse popzangeres Paloma Faith goed op weg is naar een plekje bij de grote spelers, mag duidelijk zijn. Haar rauwe stem en bijbehorende retro-chique muziek vangt al jaren allerhande platinum platen en prijzen voor aanstormend talent. Bij zo’n grote belofte hoort natuurlijk ook een zoektocht naar verdieping. Faith vindt dat nu in The Architect, een écht politiek album. Iedere song gaat – in haar eigen woorden – over ‘een andere hoek van de socio-politieke wereld’. Dat is behoorlijk punk voor een popster, maar ook vrij riskant. Krijgt Paloma Faith haar doel in balans met haar muzikale roots?

Het wordt al op het eerste nummer duidelijk dat Faith bloedserieus was over haar politieke bedoelingen. Binnen een minuut schreeuwt Samuel L. Jackson al in ons oor dat we vooral niet bang moeten zijn voor evolutie, en dat de tijd voor verandering nu aangebroken is. Het is echter maar de vraag of Paloma diezelfde preek gekregen heeft. Het nummer na Samuel’s gepassioneerde betoog lijkt ze alweer over haar ex te zingen. Maakt dat uit? Niet echt, want juist de minder geladen nummers op The Architect zijn prima popnummers die dat beetje extra meekrijgen uit hun fraaie arrangementen. Nummers als Guilty en titelsong The Architect mixen heerlijke filmische orkeststukken met moderne beats. Voeg daar Faith’s verdienstelijke stem aan toe, en je krijgt best iets aardigs terug.

Er is een veel groter probleem: de nummers op The Architect waarop Faith daadwerkelijk aan haar Belangrijke Boodschap toekomt. Die lijken zonder enige gêne ieder cliché over te hebben genomen uit het boek ‘Benefiet-kersthits schrijven voor Dummies’. Neem I’ll Be Gentle, een duet met John Legend. Het refrein bevat de volgende zinnen: ‘I’ll be there to hold you/There’s nothing that I won’t do/’Cause we all need a little kindness/All this cruelty is so mindless’. Alsof de tekst alleen niet tenenkrommend genoeg is, zingen Faith en Legend het ook nog extreem zoutloos en ongeïnteresseerd. Popmuziek kan heel goed een politieke boodschap hebben, maar dan moet de artiest wel wat te zeggen hebben. Lukraak in de microfoon schreeuwen dat iedereen gewoon wat liever tegen elkaar moet zijn is lui, onzinnig en vooral onbehulpzaam.

Gelukkig zijn er ook een aantal nummers waarop Paloma Faith het wél voor elkaar krijgt het oude met het nieuwe te mengen. De lekkere discopop van single Crybaby blijft eindeloos kleven in je hoofd, maar weet – ondanks de misleidende naam – best een sympathieke draai aan een modern probleem te geven, en tegelijkertijd een popcliché op zijn kop te zetten. ‘A real man shows his feelings/tears, they can be healing/and I can be your savior tonight’, zingt Faith aanstekelijk.

De luchtige, leuke sound waar nummers als Crybaby en ‘Til I’m Done mee pronken wordt helaas vooral overschaduwd door de leeghoofdige en overmatig serieuze muziek op het overgrote deel van de plaat. Paloma Faith valt hiermee in een bekende kuil, en leert een les die ook wij in ons hart kunnen toelaten: zelfs met de beste bedoelingen krijg je een slecht nummer niet goed, en een lege zin niet betekenisvol. Ze lijkt op basis van The Architect gewoon niet in de wieg gelegd als schrijfster van protestnummers, maar zoals ze op Kings and Queens zingt: maybe in another life?