Paul de Munnik – III

Waardering

7

7

Paul de Munnik, beroemd geworden als de muzikale wonderstudent die het cement vormde van het popduo Acda & de Munnik. Acda was die joviale, grappige Amsterdammer. De Munnik het wat stillere, gevoelige vat vol muziek dat hem aanvulde en opstuwde tot grote hoogte. Na 20 jaar gingen ze hun eigen weg, maar het vat vol muziek bleef overlopen in talloze samenwerkingen en twee soloplaten. Onlangs scoorde De Munnik voor het eerst sinds Acda & de Munnik weer een flinke hit met Als Ik Je Weer Zie, samen met Maan, Typhoon en… Thomas Acda!

Je zou dus verwachten dat De Munnik op zijn derde solo-album, genaamd III, in ieder geval één keer Acda erbij zou halen. Of Maan, of Simon Keizer, of een van de Streamers. Maar op dit album staat maar een duet, met de eigenzinnige rapper Engel, met wie De Munnik al eerder samenwerkte. Dat nummer laat weer zien wat een duizendpoot Paul de Munnik is. Daar Sta Je Dan, Daar Lig Je Dan is een intens nummer dat grenst aan spoken word poetry. Terwijl hij daarna weer moeiteloos kleinkunst, country, pop en crooners uit zijn mouw schudt. 

Het lekkerste liedje op III is Waar Een Wil Is. Een track die een jaar geleden al uitkwam als single. Een feelgood oorwurm met hitpotentie, met teksten als ‘Ik laat het leven me leiden/Ik laat de dagen me dragen.’ Pop waar De Munnik altijd al feeling voor had. Maar het album wordt interessanter als de 50-jarige zanger even wegstapt van de koortjes en de de filosofische teksten (‘Wie leerde mij die dingen te bedenken die ik niet kan’ bijvoorbeeld in de opener Alles Wat Kan) en hij je mee neemt in een filmisch lied over ridders in de polder in de track (jawel) Ridders In De Polder.

Nu hij 50 is heeft Paul de Munnik besloten dat hij maar één ding wil, en dat is waar hij goed in is: mooie liedjes schrijven en die liedjes mooi zingen. Als je je verdiept in alle projecten waar hij in grote of mindere mate bij betrokken is, is het een wonder dat er nog zoveel tracks uit zijn pen vloeiden. En dat hij tijd vond om ze alleen te bewerken tot de kunstwerkjes die het zijn geworden. Muzikaal, veelzijdig, herkenbaar en natuurlijk allemaal mooi gezongen. En je wilt (ook als je niet kunt zingen) alles wel meezingen, liefst in de tweede stem.

Als Paul de Munnik een schoolmusical zou schrijven zou er tot 2037 geen meester of juf meer zijn die een andere musical op zou willen voeren. Hij schudt de liedjes zo uit zijn mouw, en ieder liedje krijgt zijn eigen passende jasje. Voor ieder kind in de klas zit er wel iets bij. Want hoewel de zanger zichzelf herkent in Jacques Brel, schuurt hij op dit album aan tegen een melange van vakgenoten, van Hans de Booij tot Tom Waits. Een muzikaal wonderkind van 50 dus, dat alles makkelijk laat lijken. Misschien heel soms iets te makkelijk, en dan zouden de humor en de bravour van Thomas Acda net het sausje over het gerecht kunnen zijn. Maar ja…