Paul McCartney – McCartney III

Paul McCartney III

Waardering

9

8

8

8

8

8

8

8

Af en toe brengt Paul McCartney een plaat uit waar vooral nietszeggende tracks op staan. De artiest weet heel goed hoe hij het publiek kan entertainen met gemakkelijk in het gehoor liggende (silly) love songs. Vlak na het uiteenvallen van The Beatles werden de soloplaten van de zanger dan ook wel eens beschreven als muzak. Ook McCartney (1970) en McCartney II (1980) werden oorspronkelijk met weinig enthousiasme ontvangen. Maar met opvolger McCartney III zou dat wel eens heel anders kunnen gaan.

Op de twee eerder genoemde, titelloze albums vergat McCartney zijn commerciële aspiraties even om gewoon muziek te maken in zijn eentje. De artiest maakte zich alleen druk om zijn eigen speelplezier en diezelfde lijn wordt eigenlijk doorgetrokken naar het derde deel. Alle instrumenten en de volledige productie liggen in handen van McCartney zelf, die het werk thuis heeft opgenomen. Dat pakt verrassend goed uit op opener Long Tailed Winter Bird. Het levert een nummer op dat uit hetzelfde hout is gesneden als die eerder genoemde schijf McCartney. Geen overdadige productie, maar wel een song met een lekkere groove en leuke melodieën.

Find My Way is een aardige rocker waar McCartney goed uit de voeten kan met zijn volledige arsenaal aan instrumenten. Loops van gitaren en studiotrucages worden niet gemeden. Dat zorgt voor een interessant outro waarbij verschillende gitaarlijnen door elkaar heen worden geweven. Opvolger Pretty Boys is een heerlijke popsong. Het vormt een leuke akoestische track met een fijne melodie. Wellicht is dit van alle nummers op de plaat wel degene die het gemakkelijkst in het gehoor ligt.

Lavatory Lil is de eerste dip op de lp. Zonder de invloed en mening van producers en muzikanten van buitenaf, begaat McCartney hier een kleine misstap. Het is een aardige rocker met een leuke allitererende titel (in lijn met Polythene Pam), maar dat maakt het nog geen topper. In diezelfde lijn ligt voorlaatste track Deep Down. Deze liedjes leveren geen grote problemen op in de flow van het album, maar ze springen er ook zeker niet uit.

Halverwege laat McCartney pas echt horen wat hij in zijn mars heeft. Op Deep Deep Feeling wordt met de voorgaande domper meteen korte metten gemaakt. Dezelfde lo-fi ervaring van de eerdere tracks blijft, maar het geheel voelt toch eigentijds door het gebruik van loops en samples. Tussen alle geluiden door volgt vanaf tweeënhalve minuut een heel mooi stuk waar gitaar, piano en zang elkaar schitterend aanvullen. De compositie balanceert met zijn ruim 8 minuten op de rand van experiment en popsong. Het is een lang nummer dat toch blijft interesseren. Al had er misschien toch nog geknipt mogen worden om het geheel wat meer richting te geven. McCartney wil met deze track heel veel, maar bereikt misschien niet alles. Toch vormt het een hoogtepunt op de plaat.

Voor wie Deep Deep Falling een beetje te veel van het goede vindt, biedt Slidin’ een mooie uitweg. Het is een stevige rocker met vuige gitaarriffs en diepe bas. Een lekkere afwisseling na het experimentele voorafje. Toch heeft ook dit nummer door de vervormde zang ver op de achtergrond een interessant randje.

The Kiss Of Venus en afsluiter Winter Bird / When Winter Comes bieden de nodige rustpunten. En dat laat meteen zien hoe McCartney afwisseling en dynamiek aanbrengt. Op wat nietszeggende liedjes na hier en daar, levert de artiest een van zijn beste platen in jaren af. Nee, van muzak is hier zeker geen sprake. Op de plaat McCartney uit 1970 brak Paul McCartney met The Beatles. In 1980 deed hij met McCartney II hetzelfde, al was het toen Wings waar hij afscheid van nam. In 2020 rekent hij voor ons allemaal af met een lockdown op McCartney III.