A Place To Bury Strangers – Transfixiation

Na Worship volgt nu het vierde studioalbum van deze driekoppige indierockband uit Brooklyn die noise rock en shoegaze combineert. Grote kans dat je er nog nooit van gehoord hebt, de band is nogal low key. Maar als je het hoort, laat deze muziek je niet snel los.

In 2002 werd de band opgericht door David Goffan en Tim Gregorio. Toen Goffan de band verliet nam Olliver Ackermann zijn plek over en tegenwoordig is hij de primaire songwriter. Naast hem staat Dion Lunado (bassist) en achter hen zit Robi Gonzalez, die op z’n trommels en bekkens ragt. Dit is het eerste studioalbum dat hij met APTBS heeft opgenomen. De band werd de afgelopen jaren geroemd om hun chaotische en vooral harde liveshows.

Opener Supermaster begint schappelijk wat betreft de noise met een zeer aanstekelijke baslijn. De sound die frontman Ackermann voortbrengt is typerend voor de band. Enerzijds lijkt hij de uitknop van de distortion-functie van zijn gitaarversterker verwijderd te hebben. En zo hoort het ook als je uit de shoegaze komt. Anderzijds is de galm en soms intense vervorming van zijn stemgeluid kenmerkend.

“If you fuck with me, you’re gonna burn.” Deeper is bijna angstaanjagend. De Q-Music luisteraar zou gillend wegrennen bij het horen van de piepende gitaar akkoorden en de vernietigende bas en drum die als een soort donderslag de woorden van Ackermann ondersteunen. Dit nummer heeft een heel laag tempo en wordt pas vanaf twee minuten enigszins ritmisch. Opmerkelijk is dat een vrouwenstem, die relatief aangenaam klinkt, zijn stem aanvult op deze track.

Ook opmerkelijk is het zesde nummer van het album, Lower Zone. Het lijkt een soundscape-achtige interlude die het geweld van Deeper verbindt met We’ve Come So Far. In het laatstgenoemde nummer komt die vrouwenstem weer tevoorschijn. Haar zweverige stem contrasteert met zijn wat drogere stemgeluid. Beiden overheersen niet heel duidelijk in de mix maar het dromerige geheel verdrinkt gelukkig niet in de drukke drumpartij en de snerpende gitaren.

Afsluiter I Will Die kan je bijzonder noemen. Gedurende het drie minuten durende nummer ragt en jengelt de band zo hard in de microfoons dat die oversturen. Dat wil zeggen dat alles wat wij horen continue kraakt als een telefoon met slechte verbinding. Ondertussen schalt Ackermann’s stem onheilspellend door het lawaai heen.

Soms is het moeilijk om stil te blijven staan omdat de liedjes van een hoog tempo zijn. Soms zijn ze trager en zou je je hoofd in je handen willen neerleggen vanwege het verdrietige gevoel dat zich van je meester maakt. De stem is zweverig en soms ver weg. De gitaren zijn hard. De bas is hard. De drums zijn hard. Alle aanwezige noise maakt dat het vaak industrieel – denk metaal – klinkt. En een ding is onbetwistbaar: het album is heel hard.

A Place To Bury Strangers mag dan een relatief onbekende band zijn, ze blijven je wel bij als je ze eenmaal gehoord hebt. Eind april speelt de band in de Melkweg en de Vera.

 Label: Dead Oceans Records