Pond – Man, It Feels Like Space Again

Neo-psychedelica is sinds Tame Impala’s Innerspeaker vrijwel hetzelfde gebleven. Pond heeft net als Temples, Tame Impala en Jacco Gardner een sixties geluid, maar weet op een andere manier te boeien.

Man, It Feels Like Space Again heeft een consistent geluid dat vooral erg bombastisch is. Klassieke neo-psychedelische geluiden zoals de Led Zeppelin-achtige blues riffs of de grote drums zijn hier een voorbeeld van, maar alleen dat doet de band te weinig eer aan.

Het effectgebruik en de productie zijn sterk uitgedacht: de plaat groot laten klinken, is gelukt. Het hoogtepunt van het album, Medicine Hat, laat zien dat de band weet hoe hun stijl het beste klinkt: als een rijk veld met mooie geluiden. De sound is perfect uitgebalanceerd met een sterke dynamiek en meeslepende melodieën. Veel geluid dat goed wordt gebruikt.

De plaat biedt een typerend en consistent geluid, maar dat is ook haar dooddoener. Afgezien van de synthesizers, klinkt de plaat veel hetzelfde qua timbre. Het is hierdoor oninteressant om hem vaker te luisteren. Dat is zonde: de composities zijn namelijk in tegenstelling tot de sound, wél heel divers. De instrumenten en effecten klinken mooi en zijn goed uitgekozen, maar het neo-psychedelische kleurenpallet verveelt. Wanneer komt er nou eens een echte vernieuwing binnen het genre?

Ze zijn er wel mee bezig hoor, het genre vernieuwen. De synthesizers klinken onconventioneel voor het genre en er zijn drumcomputers te horen zonder dat ze met de psychedelische sfeer breken. Het is alleen nog een beetje binnen de lijntjes: echte verrassingen qua geluiden blijven uit.

Wel is de plaat sterk op het gebied van songwriting: intense dynamiekwisselingen en prettige verdronken melodieën. Sommige nummers voelen aan als een soort zoekpuzzel voor herkenning: “oh, daar is dat riffje weer” was een constante onbewuste gedachte die het luisteren voortbracht. De nummers zitten origineel in elkaar en vervelen niet.

Pond heeft ook de dynamiek goed onder de knie. Er is geen gebrek aan rustige stukken die ineens de lucht inschieten. Een valse gitaar die abrupt in een spannende riff overgaat na een catch-phrase bijvoorbeeld, zoals in het nummer Elvis’ Flaming Star. Hier is de plaat rijk aan: de grote wisselingen in dynamiek. Die wisselingen creëren juist de magie.

Hoewel Man, It Feels Like Space Again een sterke compositie neerzet, weet het niet te verrassen. Grotere muziek-technologische vernieuwingen in de sound, blijven uit. Desondanks worden er wel stappen gezet naar deze vernieuwing, wat interesse opwekt naar een volgend album.

Het album is sterk verhalend met haar consistente sound en krachtig opgebouwde nummers, maar het is geen album dat de geschiedenisboeken in gaat als vernieuwer van neo-psychedelische muziek.