Robert Plant – Digging Deep: Subterranea

Robert Plant – Digging Deep: Subterranea

Waardering

7

8

8

8

7

8

Ter begeleiding van de podcast Digging Deep with Robert Plant, verschijnt er een nieuw compilatiewerk van deze grootheid onder de zangers. Bij het samenstellen van een best of, greatest hits of essentials album kan er veel fout gaan. Moeten de tracks in chronologische volgorde? Op welke tijdsperiode ligt de nadruk? En bij een artiest als Plant, met een discografie vol samenwerkingen: wat mag er op Digging Deep: Subterranea staan en wat niet?

De liefhebbers van Led Zeppelin kunnen meteen teleurgesteld rechtsomkeert maken. Opener van de plaat is Pictures At Eleven uit 1982, twee jaar na het uiteenvallen van eerdergenoemde band. Maar als ook die luisteraars een open houding aannemen, valt er genoeg te ontdekken. Like I’ve Never Been Gone en Takamba hebben bijvoorbeeld best wat weg van het werk van Zeppelin.

Plant slechts roemen als de zanger van die band, doet hem tekort. Als deze verzamelaar iets laat zien, dan is het vooral dat de artiest zich door alle jaren heen steeds bleef ontwikkelen. Van de poprock uit de jaren ’80 tot de worldbeat van tegenwoordig. Digging Deep: Subterranea toont een goed overzicht van het werk dat Plant heeft afgeleverd. Bijna alle platen zijn vertegenwoordigd, op Shaken ‘N’ Stirred na. De chronologische volgorde van veel best of albums wordt hier volledig overboord gegooid. En daarmee drijft meteen een probleem boven. Zo brengt Darkness, Darkness toetsen en akoestische gitaar mooi samen in een update van de versie van The Youngbloods. Na dit prachtige nummer volgen onmiddellijk Heaven Knows en In The Mood. Twee tracks die absoluut niet verkeerd zijn, maar die je, door hun sterke jaren ’80 productie, helemaal uit de sfeer van de eerdere song trekken. Folky muziek afwisselen met gated reverb en synthesizers werkt zelden echt goed.

De nummers kris kras door elkaar beluisteren heeft zo ook zijn voordelen. De plaat kakt namelijk nergens in. Dat heeft ook te maken met het hoge niveau van veel recent werk van de zanger. Nieuwe schijven van hem, zoals Lullaby And The Ceaseless Roar uit 2014, kunnen nog steeds op goede kritieken rekenen. Er zijn weinig artiesten die na zoveel jaren meedraaien, nog steeds zulk werk kunnen afleveren. Ook de nieuwe opnamen van deze lp kunnen bekoren. Eerder verscheen al Charlie Patton Highway (Turn It Up – Part 1), maar ook het klassieke slome en soulvolle Nothing Takes The Place Of You biedt wat nieuws. Toussaint McCall en Al Green deden hem eerder al, maar ook in Plants versie weet het lied de juiste snaar te raken.

Albums waarop werd samengewerkt met andere artiesten, zoals Raising Sand en Walking Into Clarksdale worden voor de samenstelling van dit album volledig genegeerd. Dat wil niet zeggen dat er niet hier en daar bekende gasten opduiken. Phil Collins en Cozy Powell zijn natuurlijk vertegenwoordigd op de songs uit de jaren ’80. En zo duikt op nieuweling Too Much Alike ook Patty Griffin op. De zangeres was al sinds Band Of Joy uit 2010 niet meer te horen op werk van Plant, maar maakt hier opnieuw haar opwachting.

Voor fans valt er weinig te ontdekken dat niet al eerder te horen was. Het is vooral duidelijk dat de individuele nummers nog steeds hun mannetje staan. In de context van hun oorspronkelijke platen komen ze alleen meer tot hun recht. Voor luisteraars die niet bekend zijn met Plant, kan Digging Deep: Subterranea een ware onthulling zijn. Reden te meer om dan in het uitgebreide oeuvre te duiken en zelf te achterhalen welke periode het meest in de smaak valt.