Zijn album Primrose Green (2015) ontving vrijwel uitsluitend lovende kritieken. Tot zijn fanschare behoren onder meer de beroemde contrabassist Danny Thompson en Led Zeppelins Robert Plant. De druk staat op de ketel voor Ryley Walker, maar de 27-jarige troubadour volgt op zijn nieuwe album Golden Sings That Have Been Sung gewoon zijn eigen weg.
Festivaloptredens, een vol Paradiso, uitverkochte shows in Groot-Brittannië en de Verenigde Staten. De afgelopen twee jaren zijn behoorlijk intensief geweest voor Ryley Walker. Haast niet te combineren met het schrijven van nieuwe muziek, zou je zeggen. Gelukkig maakt Walker gebruik van een efficiënte manier van componeren: zodra de basis van een nummer staat, improviseren Walker en zijn band de rest bij elkaar. Deze semi-geïmproviseerde composities werken bijzonder goed. Het is alsof de muziek à la minute voor de luisteraar wordt gespeeld.
Riep Primrose Green nog sterke associaties op met seventies folkhelden als Nick Drake en met name Tim Buckley, op Golden Sings That Have Been Sung heeft Walker de inspiratie een Buckley-generatie verder gezocht. Jeff Buckley, Jim O’Rourke en Mark Kozelek lijken hun invloed te hebben achtergelaten op de plaat. Niet alleen qua sound, maar ook qua type singer-songwriter past Walker in dit rijtje: geen standaard couplet-refrein-couplet-composities, maar ingenieuze structuren, eigenzinnige teksten en de subtiele inzet van afwijkende instrumenten.
Openingstrack The Halfwit In Me vormt – samen met de melancholische prachtsong The Roundabout – de ruggengraat van Golden Sings. De muzikale stijl van Walker komt in al zijn facetten naar voren. Fingerpicking gitaarspel, smaakvolle ondersteuning door de klarinet en ironische lyrics vol zelfreflectie. De zes minuten vliegen voorbij. Zelfs al ging The Halfwit In Me nog een kwartier door, verveling zou geen moment op de loer liggen.
In Sullen Mind mijmert Walker over het omgaan met donkere periodes in het leven. Een wat uitgekauwd thema, maar door het over de persoonlijke boeg te gooien voorkomt de Amerikaan voorspelbaarheid. Walker concludeert dat zijn opvoeding hem niet van tegenslagen heeft kunnen weerhouden. ‘I only have a Christian education/and with a sullen mind I carry it’. Juist door dit soort persoonlijke gedachtenspinsels als songtekst te gebruiken, voelt Golden Sings als een interessant uitstapje in Walkers hoofd. Gluren bij de buren, op uitnodiging van de buren zelf.
Vermeldenswaardig is eveneens slotnummer Age Old Tale. Hoewel de ruim acht minuten op het eerste gehoor kalm verlopen, blijkt het de intense climax te zijn die het achttal nummers van Golden Sings verdient. Het is weer zo’n nummer waarvan je hoopt dat Walker en zijn band er live nog eens acht minuten aan vast improviseren. De manier waarop gitaar, bas, harp en cimbalen elkaar versterken is indrukwekkend. Een waardig slotstuk.
Golden Sings That Have Been Sung is geen alledaags album, zal weinig airplay krijgen en is zeker geen floorfiller op feesten en partijen. Toch is een verzoek om de plaat eens te beluisteren op zijn plaats. Ryley Walker durft risico’s te nemen in zijn composities en weet deze vervolgens met verve te trotseren. Hij ademt vakmanschap, zonder op enig moment de showman uit te hangen. Het kost mogelijk meerdere luisterbeurten, maar de aanhouder wordt met Golden Sings That Have Been Sung rijkelijk beloond.