St. Vincent – Daddy’s Home

St Vincent Daddy's Home

Waardering

8

8

8

8

9

Op voorganger Masseduction klonk Annie Clark hoekig en industrieel. Op Daddy’s Home gooit ze de sound over een andere boeg, om nog steeds onmiskenbaar als St. Vincent te klinken. De stompende beats en dampende synthesizers worden achterwege gelaten en maken ruimte voor een groezelig geluid. Startpunt voor de plaat vormt de platencollectie van Clarkes vader die onlangs uit de gevangenis werd vrijgelaten. Daddy’s Home geeft een duidelijke knipoog naar de sound van begin jaren ’70. Zwoele sounds worden afgewisseld met vuige rock.

Op Pay Your Way In Pain is dat groezelige en smerige geluid meteen te horen. Funky en zweterig laten de synthgeluiden je over de dansvloer bewegen. De verschillende geluiden die haar stem en achtergrondvocalen vervormen doen denken aan een retrofuturistisch beeld. De uithalen van Clark doen bij vlagen denken aan Bowies mid-jaren ’70 werk op een nummer zoals Fame.

Op Down And Out Downtown valt een combinatie van triphop met een orkestraal geluid te ontdekken. Er lijkt zelfs ruimte te zijn gevonden voor het opnemen van een elektrische sitar. Het vormt een welkome afwisseling op het zwoele geluid van de opener. Het nummer bouwt op tot een heuse grande finale met veel galm en groots strijkerswerk. De titeltrack vormt daarentegen een rustige track met akoestische gitaar dat halverwege de song ruimte laat voor helse kreten uit de keel van Clark.

Nee, saai wordt het nergens op dit album van St. Vincent. Zo ook niet op Live In The Dream dat zijn naam volledig waar maakt door een dromerige, orkestrale song neer te zetten. Er is zelfs ruimte voor een heuse gitaarsolo van Clark die het nummer daarmee nog een extra tandje dramatiek meegeeft. The Melting Of The Sun is daarentegen van veel lichtere aard. Het refrein wordt met de pastiche achtergrondvocalen zelfs een beetje campy. De elektrische sitar keert ook hier terug om het geheel een psychedelisch sausje te geven wat verder versterkt wordt door de spacy gitaarsolo. De song is een beetje fout, maar wel goed fout.

Op The Laughing Man toont St. Vincent zich weer laidback en vermoeid, waar ze op Down weer opleeft en de dansvloer op gaat. Op Somebody Like Me zoekt Clark de akoestische en dromerige sound weer op en is er zelfs een vleugje country te ontdekken. En zo wisselen de tracks elkaar telkens af in opmaak en sound, met in het achterhoofd de onmiskenbare sound van vijf decennia geleden. En dat wordt op een manier gedaan zonder dat het direct copy-paste werk wordt. Dat is knap, want menig artiest die zo haar invloeden laat horen, doet dat te overduidelijk.

Candy Darling vormt het slotstuk op een plaat met veel hoogtepunten en laat je als luisteraar voldaan en uitgeput achter. Annie Clark oogt op de hoes alsof ze er een heftige avond op heeft zitten. Ze klinkt op Daddy’s Home dan ook vermoeid, maar nergens verveeld en daar zit een wezenlijk verschil tussen. Er is hard gefeest, en dit album is de nasleep.