Sven Hammond – Sphere

Sven Hammond Sphere
Sven Hammond Sphere

Waardering

6

Aan het begin van dit jaar was Sven Hammond te zien in big band formaat bij het programma Matthijs Gaat Door. Die plek in de schijnwerpers vormt een mooie opmaat voor het nieuwe album van de groep: Sphere.

Vertrekpunt op de plaat vormt het werk van jazzlegende Thelonious Monk. Maar er wordt wel een eigen twist meegegeven aan het werk. Soul en hiphop worden daarbij niet geschuwd. Dat valt al op bij de opener Monk’s Dream waar de bas en drumbeat zowaar van een hiphopalbum konden komen. Al snel zijn ook de bekende warme klanken uit het orgel te horen. De track kabbelt aardig voort, tot na tweeënhalve minuut de teugels vieren en de Hammond aardig knettert. Voordat er echt vuurwerk komt, zakt het nummer helaas al in.

Opvolger Locomotive – Doucement (Hittegolf) is uit ander hout gesneden: een laidback beat wordt neergelegd waarna Typhoon zijn opwachting maakt. Een grote naam die ten tonele verschijnt, maar de spotlight eist hij niet op. Dit komt deels omdat zijn stem is begraven in de mix, maar ook omdat er veel ruimte is voor de instrumenten die de song aankleden. De gitaar is op dit nummer overladen met gitaareffecten en ook het orgel laat een bijna onherkenbare dromerig geluid horen.

Het tweede nummer vormt daarmee een aangename afwisseling tussen de opener en het bluesy Ruby My Dear. De bandleider trekt hier alle registers open en laat zijn instrument weer ronken en stralen. De tweede helft van de track geeft alle ruimte voor een forse gitaarsolo. Een felle gitaarriedel ontbreekt ook niet op Evidence – I’ll Never Let Go. Het afwisselende ritme en de korte gitaartonen leggen zelfs een licht funkritme neer. Die beat vormt de basis onder de zang van Zoë Love Smith en de vervormde stem van Sven Figee zelf.

Pannonica en Bye Ya kabbelen rustig voort, maar zijn bij vlagen ook erg zoetsappig en cliché. Het is aan de gastzangers en -zangeres om daar mee af te rekenen. Gianski doet dat op Thelonious – Mijn Tempel. Hij rapt laidback over de vrolijke klanken uit het toetsenbord van Figee. Op Misterioso – Wat De Dag Brengt schuurt de melodie uit het instrument ruw tegen de zang van Cheyenne Toney, wat voor nog wat spanning zorgt.

Al deze tracks brengen twee sterke punten naar voren. Ten eerste krijgen de individuele instrumenten allemaal de ruimte om hun kunstje te laten horen. Ten tweede laat Sven Hammond de kracht horen om verschillende stijlen door elkaar te mengen. Er wordt behoorlijk wat gesoleerd, maar door af en toe ruimte te laten voor songs met zang blijft de plaat afwisselend. En die tracks geven Sphere kleur, maar zorgen tegelijkertijd ook voor een onderbreking. Precies die nummers vormen namelijk minder een onderdeel van het geheel. En zo lijkt het album uit twee losse stukken te bestaan: een met laidback orgelwerk en bluesy gitaarspel, en een met soul en hiphop.

Sphere is een muzikale en afwisselende plaat die amuseert. Een slecht album is het daarbij zeker niet te noemen, omdat er simpelweg te veel talent in de groep schuilt. Het vormt een mooie hedendaagse ode aan Thelonious Monk, maar echt gevaarlijk wordt het op het album niet. Sterker nog, het had af en toe net wat scherper gemogen. Het echte vuurwerk en de daarbij gepaarde spanning blijven uit.