Thee Oh Sees – An Odd Entrances

Waardering

7 Waardering

8

Met An Odd Entrances, en nee, dat is geen typfout, brengt indie-bandje Thee Oh Sees ons alweer haar achtste LP. Drie maanden terug verscheen A Weird Exits, wederom geen typfout, waarop de band duidelijk maakte een gedurfde stijlverandering te hebben doorgevoerd. Lichtelijk hypnotiserend, een stuk strakker geproduceerd, en bij vlagen buitenaards: de LP was een succesvolle mengelmoes van oude vaardigheden en nieuwe inspiraties. An Odd Entrances voert dit door, maar zet tevens een stel fascinerende nieuwe troeven in, die de plaat tegelijkertijd als een innovatie en als een doorvoering van het oude vertrouwde doen aanvoelen.

In An Odd Entrances kiezen de Thee Oh Sees voor het eerst voor een set-up met twee drummers, wat resulteert in gecompliceerde ritmeprogressies en een fascinerende nadruk op percussie. Het is opvallend hoe de drummers het ene nummer tot een klassieke garagepunk-track omtoveren, terwijl andere nummers zich juist weer mijlenver van dit muzikale straatje verwijderd vinden. Toch staat An Odd Entrance garant voor een samenhangende luisterervaring, iets wat de Thee Oh Sees zeker niet op al haar producties klaar heeft weten te spelen. Het album voelt als één grote jamsessie die een bezoekje brengt aan alle uithoeken van rock, ondergebracht in de klassieke progressieve stijl die we zo goed van de Thee Oh Sees kennen.

Natuurlijk moet je als luisteraar even een knopje omschakelen als je je aan An Odd Entrances waagt: de Thee Oh Sees geloven niet in refreinen, bruggetjes, intro’s of interludes. Ze geloven alleen in constante geluidsgolven met hier en daar een aanzienlijk hardere geluidsgolf die door sommigen tot een climax omgedoopt zal worden. Zowel het startnummer van het album, You Will Find It Here, als het eindnummer, Nervous Tech, zijn hier uitstekende demonstraties van. Het moet je liggen, maar het mag gezegd worden: de Thee Oh Sees bewijzen ook met deze plaat weer dat ze meesters in hun genre zijn. Vieze distortions, angstaanjagende freakbeats, muurvaste baslijnen, maar toch een hoop schoonheid. Zeker wanneer leadzanger John Dwyer zich vocaal in de muziek mengt ontstaat er iets buitenwerelds, een geluidsbad waar de juiste luisteraar zich in onder kan dompelen zonder zich ook maar een moment te vervelen.

Tussen 2008 en 2012 verschenen er maar liefst zes volwaardige albums van de Thee Oh Sees. Deze hoge productiviteit leek de afgelopen drie jaar enigszins verminderd te zijn. Zonde, maar met LP’s als A Weird Exits en An Odd Entrances wel te rechtvaardigen. De band blijft succesvol experimenteren zonder hun eigenheid te verliezen. Kenmerkend voor deze experimenterende mindset is het nummer “The Poem”, die ons kennis laat maken met de Thee Oh Sees zoals we die nooit eerder gehoord hebben. Geen langgerekte drumritmes, geen raggende gitaren en alles verorberende distortions. Wel strijkers, een piano en een imposante baslijn. Op een melancholische wijze weet The Poem de luisteraar tot rust te brengen, om haar vervolgens des te harder weer in het diepe te smijten.

Als het aan mij had gelegen, was er nog veel meer van dit soort muziek op de laatste twee LP’s van de band verschenen: het is een nieuwe kant voor Dwyer, maar eentje die zeker aan te moedigen is. Laten we echter niet vergeten dat de Thee Oh Sees met An Odd Entrances al veel stappen in nieuwe richtingen hebben gezet, en een mooie plaat hebben geproduceerd die zowel hun klassieke fans als een hoop nieuwe luisteraars gaat bekoren. An Odd Entrances is spannend, meeslepend, ritmisch, berekenend maar toch ook gevoelig. Een meer dan bevredigende toevoeging aan het repertoire van de Thee Oh Sees.