Thomas Azier – The Inventory Of Our Desire

The Inventory Of Our Desire

Waardering

8

Zoals zijn eerdere albums zijn ingebed in het geluid van specifieke steden, zo klinkt The Inventory Of Our Desire gewoon als Thomas Azier. De artiest is duidelijk op een punt aanbeland waar hij comfortabel is met zijn eigen sound. De constante wisselingen in hoe elke plaat klinkt lijken nu uit te monden in een stijl waarvan je altijd al wist dat die bij hem paste.

De vraag is dan: hoe klinkt dat precies? Het is duidelijk dat Azier zich de artpop meester heeft gemaakt. Op het eerste stuk van Faces zet Azier een bepaalde angst neer waarmee hij een spanningsboog door het nummer trekt. De opening heeft een zelfde opbouw als Pelechian later op de plaat: een minimalistisch begin met een paar mysterieuze tonen. Vervolgens word je op beide nummers omarmd door de zachte refreinzang  na een serie koelbloedige synth- en basklanken. Het outro van Faces is uitgestrekt, maar is allesbehalve overbodig. De spannende instrumentale uitwerking houdt het geheel erg interessant om naar te luisteren. Eenzelfde aanpak wordt genomen op Skin & Blister, waar naast de bastonen ruimte wordt gemaakt voor saxofoonimprovisatie. Als luisteraar bekruipt je een unheimisch gevoel, maar toch klinkt de muziek nergens hol of kil. Dit komt mede door het gebruik van analoge muziekinstrumenten.

Dat niet alles uit een laptop komt, geeft de muziek een jazzy en ademende sfeer die vooral op What Does It Mean sterk naar voren komt. Piano en gitaar leggen de basis. De saxofoon wordt ook meegenomen en staat niet per se in dienst van de melodie, maar biedt ondersteuning. Het muzikale hoogtepunt komt halverwege het album met het wonderschone Dada Talk On Hell Island. Strijkers treden op de voorgrond in een prachtige combinatie met een koor die samen een emotionele reeks noten laten horen. Door de wisseling tussen de zang van Azier en het orkestrale voelt de verhalende track langer aan dan die eigenlijk duurt. Vervolgens wordt er ruimte gemaakt voor een uitgesponnen outro waarop overstuurde gitaar een prachtige aanvulling doet.

Slow Revolution is het dipje in de tracklist. Muzikaal steekt het nummer goed in elkaar, maar de keuze om mariene biologie als analogie voor een liefdesritueel te gebruiken komt niet goed uit de verf. De overdreven manier waarop wordt gezongen roept ook weerstand op. Bij het opvolgende, duistere Donder herstelt Azier zich weer. Het is bewonderenswaardig hoe de zanger er op verschillende punten op het album voor kiest om spaarzaam om te springen met melodie en instrumenten, om vervolgens een uitbarsting van geluid te laten horen. Dit brengt een enorme dynamiek in de muziek waardoor de plaat zelden inzakt.

Thomas Azier is te groot voor Nederland. Het is niet voor niks dat hij telkens als nomade rondtrekt. Al dat reizen zorgt voor mooie invloeden die goed te horen waren op zijn eerdere werk. Op The Inventory Of Our Desire lijkt Azier zijn eigen stijl te hebben gevonden: artistiek en duister, maar met genoeg ruimte voor melodie. Hopelijk wordt het dan niet al te aangenaam voor hemzelf, want de spannende en mysterieuze klanken van zijn muziek liggen bijzonder goed in het gehoor.