Op 4 november bracht Orange Skyline hun nieuwe plaat uit. Na een lange periode van radiostilte verscheen het album Orange Skyline; volgens de band een ‘nieuw debuutalbum’ en een ‘verse start’. Broers Niels en Stefan van der Wielen hebben geen makkelijke periode achter de rug, maar zijn weer helemaal terug. En dat met een groots klinkend album, een nieuwe platendeal op zak en heel veel dromen voor de band. Samen schoven ze aan voor een gesprek met Nieuweplaat.
Jullie nieuwe album is een paar weken geleden uitgekomen. Is het al een beetje bezonken?
Niels: ‘Het is nog steeds een heel raar gevoel dat iets waar je zo lang aan hebt gewerkt, nu voor andere mensen te beluisteren is. Dat is soms vreemd, maar het voelt wel goed.’
Stefan: ‘Ik vind het altijd grappig als je iets heel leuks meemaakt en dat mensen daarna dan zeggen: ‘weer helemaal bijgekomen hè, lekker weer met beide beentjes op de grond’. Dat heb ik dus totaal niet. Ik probeer dat goede gevoel juist zo lang mogelijk vast te houden. Die high zo lang mogelijk voelen en daarna weer op zoek naar een nieuwe high.’
Het was jullie eerste album in een paar jaar tijd. Jullie noemen het zelf een nieuwe start, maar er lijkt niet zoveel te zijn veranderd, in ieder geval niet aan de band. Waarom dan toch een nieuwe start?
Stefan: ‘Ik kreeg gisteren de vraag waarom de plaat Orange Skyline heet, dus gewoon de bandnaam als titel. Vaak doe je dat bij je eerste plaat. Dit voelt eigenlijk ook als een soort nieuw begin. Laten we wel wezen, die vorige plaat kwam uit in januari 2017. De meeste bands, ook bands waarmee wij speelden in die tijd, zijn er niet meer, of zijn stiekem onder een andere naam verdergegaan. Maar ik vind dat er een soort kunst zit in het altijd in bij elkaar blijven. Wij hebben er daarom voor gekozen om dit met Orange Skyline op deze manier als een verse start te zien.’
Door tegenslagen ben ik als songwriter, maar ook als zanger en als mens uiteindelijk completer geworden.
Het is niet helemaal zonder slag of stoot gegaan. Op een gegeven moment verkochten jullie zelfs sigaretten op het station om jullie demo te kunnen betalen. In een eerder interview met Dagblad van het Noorden vertelden jullie dat jullie het nummer Don’t Listen toen schreven. Dat nummer gaat over het gevoel dat je de boot hebt gemist. Waar kwam dat gevoel vandaan?
Stefan: ‘We waren altijd gewend om veel op te treden en veel muziek te kunnen maken. We zaten bij een label dat in zwaar weer kwam. Ze saneerden alles weg wat ze nog hadden, waaronder ons. We stonden ineens op straat. Zonder platendeal, maar wel met heel veel van ons eigen geld geïnvesteerd in deze plaat, en met nul optredens in het verschiet. Toen had ik echt het gevoel van: ‘oké, dit was hem dan.’’
Maar toch hebben jullie niet opgegeven…
Stefan: ‘Ik heb het gevoel dat we de laatste reddingsboei hebben weten te pakken. Maar omdat we op dat moment dus het gevoel hadden van: ‘nou ja, dit was hem dan’, dachten we ook: ‘fuck it, dan gaan we gewoon iets maken wat we zelf vooral heel vet vinden’. Dus niet schrijven omdat je denkt: ‘oh, dit gaat op de radio komen’, maar meer het idee van: ‘oké, we gaan sowieso niet meer op de radio komen en of er nog iemand is die naar een optreden van ons wil komen, weet ik ook niet’. We gingen gewoon iets maken wat we zelf heel vet vonden en waar we zelf vrolijk van werden. Stel dat niemand naar deze nummers had geluisterd, dan waren we alsnog heel gelukkig geweest, omdat we zouden denken: ‘wat een vette nummers hebben we toch gemaakt.’’
Don’t listen to the world, just keep on dreaming is de tekst. Was dat dan ook de houding die jullie hadden in de periode voordat deze plaat uitkwam?
Niels: ‘Zeker. En nog steeds wel. Dat is een beetje de slagzin of de rode draad van het album. Dat je ondanks tegenslagen, of wat er ook maar op je pad komt, gewoon je droom blijft volgen en gewoon lekker doet waar je zelf je goed bij voelt.’
In Don’t Listen gaat het ook over jezelf redden uit die negatieve spiraal, zonder verbitterd te raken. Hebben jullie het gevoel dat dat gelukt is, nu de nieuwe plaat er is?
Niels: ‘Jij bent wel bitter hè, Stefan.’
Stefan: ‘Ik denk wel dat ik altijd een soort verbitterdheid meetrek, ja. Maar dat is ook helemaal niet erg, want dat betekent dat ik met een beetje gif ga zingen. Bijna een soort blues-gedachte. Ik ben zeker geen zen persoon, er zit altijd wel een stukje verbitterdheid in. Als je dat kunt omzetten in een liedje, is dat juist lekker en lucht dat heel erg op. Soms zijn er van die dingen; zonder platendeal op straat staan of af en toe een paar klappen krijgen. Ik denk dat ik daar als songwriter, maar ook als zanger en als mens uiteindelijk completer van ben geworden.’
Geldt dat ook voor jou, Niels?
Niels: ‘Ja. Daarom zitten we ook in een rockband, er zit bij ons allebei gif in. Iedereen die altijd maar zo rete-positief is de laatste tijd… Helemaal top natuurlijk, als ze dat daadwerkelijk ook zijn, maar als je iets niet tof vindt of niet wil maken, dan zeg je dat gewoon en doe je dat ook niet, vind ik. Je een beetje uitspreken over dingen, ik denk dat dat heel belangrijk is. Het is ook een hele bewuste keuze geweest om het album heel groots te laten klinken. Toen we de plaat gingen opnemen in coronatijd was iedereen bedroom recordings aan het opnemen en gingen wij de studio in om de grootst klinkende plaat van Nederland te maken. Dat soort giftige dingetjes zijn kenmerkend voor ons.’
Stefan: ‘Het woord is vooral ‘bewijsdrang’, ik denk dat dat altijd heeft gegolden.’
Niels: ‘Naar onze ouders… nee, geintje.’
Stefan: ‘Vooral als band. Wij komen oorspronkelijk uit Groningen. We hebben altijd voor ieder optreden verder moeten reizen dan ieder ander. Ik weet nog dat we bij de Popronde begonnen te spelen. Toen hadden we echt al in iedere kroeg tussen Delfzijl en Maastricht gespeeld en toen iemand zei iemand: ‘hè, zijn jullie dan nog nooit bij De Wereld Draait Door geweest? Daar waren wij bij ons tweede optreden al’. Ja, makkelijk praten als je uit Amsterdam of Utrecht komt en daar op het conservatorium zit, maar dat werkt bij ons gewoon net iets anders.’
Niels: ‘Je moet als Groninger altijd net die extra mile gaan. Je moet het net iets liever willen, en ik denk dat we dat allemaal nog steeds hebben.’
Jullie hebben ook een nieuwe video, bij Meet You In The Middle. Op jullie Instagram was te lezen dat dit nummer geïnspireerd is door legeraanvoerders in de middeleeuwen, die voordat de strijd begon met elkaar gingen praten om te kijken of ze het met woorden konden oplossen. Hoe is dat terug te horen in het nummer?
Stefan: ‘Ik had dit ooit ergens gelezen en het beeld was blijven hangen. Toen Niels en ik dit gingen schrijven, gingen we eigenlijk ‘gewoon’ een nummer schrijven. Op de achtergrond speelde dat beeld ineens mee. Pas toen het nummer klaar was, dacht ik: ‘jeetje, dat heeft wel heel erg meegespeeld in de totstandkoming van dit nummer.’ Je hebt van die topical songwriters die over specifieke onderwerpen een nummer schrijven. Het is bij ons meer: ‘wat willen we tegen elkaar willen zeggen?’ Dat verwerken we dan in een song.’
Moeten jullie elkaar dan ook vaak meeten in het midden?
Niels: ‘Ja, heel vaak. Dat heb je altijd met mensen. Ik denk dat wij het wat vaker hebben, omdat we ook nog broers zijn en bandgenoten en we samen sigaretten verkochten.’
Stefan: ‘Ik denk dat Niels en ik, ondanks alle overeenkomsten, in wezen wel echt verschillende mensen zijn. Maar wij moeten elkaar eigenlijk bijna verplicht in het midden ontmoeten. Ons ‘midden’ bestaat uit dat we met z’n tweeën dan die songs gaan schrijven. Dat is waar wij elkaar altijd vinden en elkaar ook móéten vinden, want anders is er geen song. Dan staan we voor we het weten weer peuken te verkopen op Amsterdam Centraal.’
Ik vind het wel stoer als je als artiest zegt: ‘ik maak een nummer, omdat ik hoop ermee de wereld over te gaan.’
Begin november hadden jullie de albumrelease in de Amsterdam Tower. Wat gaan jullie de komende tijd nog meer doen?
Niels: ‘We gaan op tour, die begint op 26 november. We doen zeven zalen aan, wat hartstikke leuk wordt. En we willen weer helemaal op en top in vorm zijn voor 2023. Een van onze voornaamste doelen is ook echt gewoon heel veel spelen. We zijn ook heel erg blij dat we mogen spelen op Eurosonic in Groningen.’
Stefan: ‘De agenda begint al heel vol te lopen voor volgend jaar. Het wordt nu alweer pittig met het boeken van een vakantie…’
Niels: ‘Dat gaat hem niet worden dit jaar, Steef.’
Stefan: ‘Dat moet ik dan eventjes thuis gaan uitleggen…’
Niels: ‘Wij zijn een geboren liveband. Gewoon heel veel spelen, dus. Dat is nog steeds wat ons band definitie geeft en wat we het liefste doen. Knal bij ons maar 40 festivals op de agenda, helemaal goed, love it. Lekker onderweg zijn en een beetje spelen.’
Stefan: ‘Op naar Pinkpop! Dat zou een mooie zijn voor deze zomer.’
Pinkpop klinkt als een mooie droom, maar hebben jullie nog meer dromen? Jullie zingen natuurlijk over keep on dreaming…
Stefan: ‘Ik zou het leuk vinden om dit jaar voor het eerst wat optredens in het buitenland te doen. In Nederland is het nu een beetje hip geworden om in het Nederlands te zingen. Een paar jaar geleden was dat heel dapper, want niemand zong in het Nederlands. Nu zat ik vorig jaar bij de Edisons-uitreiking en toen was het merendeel van de winnende nummers Nederlandstalig. Ik heb dat altijd een beetje jammer gevonden. Er spreekt zo weinig ambitie uit. Ik vind het wel stoer als je als artiest zegt: ‘ik maak een nummer, omdat ik hoop ermee de wereld over te gaan.’ Ik hoop iets van de wereld te zien met deze band, dat is mijn droom.’
Is dat echt jullie allergrootste droom?
Stefan: ‘Mijn allergrootste droom voor de band is dat we een grote, gevestigde naam worden. Al die anonieme songwriting camp-meuk die je vandaag de dag op radio en streamingplatforms hoort… Als we daartussen weten te komen met een nummer dat wél gewoon uit het hart komt, dan is mijn doel helemaal volbracht.’
Dan nog even over de shows die binnenkort op de planning staan. Wat kunnen we daarvan verwachten?
Niels: ‘Uiteraard volledig gevuld met nieuw materiaal. Het is heel leuk om de studioversies weer te moeten vertalen naar live. Dat is ook een uitdaging, want op de plaat hoor je soms drie gitaren, twee toetsenisten of strijkers. Wij zijn een van de laatste bands van Nederland die nog zonder backing track spelen. Je hoort het niet vaak meer! We moeten dat gewoon on the spot proberen op te vullen, dus dat is een leuke uitdaging.’
Stefan: ‘Schrijf dat maar op: ‘Orange Skyline, gegarandeerd zonder backing track!’’
Niels: ‘We gaan daar dus ook even flink voor uittrekken, om te kijken wat we allemaal moeten doen om dat goed te laten werken.’
Stefan: ‘En dat komt helemaal goed, het wordt supervet!’
Orange Skyline begint op 26 november aan hun tour. De eerste show is in Gebroeders de Nobel in Leiden.
Fotografie: Michel Schoots