Plaat voor je kop: The Clash – Sandinista!

Je herkent het vast wel, die ene plaat waarvan je weet hem je hele leven bij je te dragen. Of het album nou net is uitgekomen, of dertig jaar geleden. Bij de redactie van Nieuweplaat is daar zeker ook sprake van. Vandaar onze nieuwe rubriek: Plaat Voor Je Kop, waar verschillende redactieleden je elke maand meenemen in hun favoriete albums en waarom die zo belangrijk voor hen zijn. Deze maand het album van redacteur Bram Peper.

Je muzieksmaak wordt tijdens je jeugd vooral door je moeder bepaald. In mijn geval werd ik grootgebracht op een dieet van The Beatles, J.J. Cale, Queen, Joan Armatrading, Bette Midler, Dire Straits en Bob Marley. Daar kwam eind jaren zeventig vanuit de Top 40 en het televisieprogramma Toppop nog een heleboel disco bij, wat niet gek is als plaatjes draaien met je eigen drive-in discotheek je grote hobby wordt. De muziek tapete ik vooral van de radio, want zakgeld van 2 gulden betekende zorgvuldig je vinyl uitkiezen. Singletjes kocht ik op de lagere school in het dorp bij de wit/bruingoed winkel. Met de overstap naar de middelbare school werd het langzaam tijd voor het bezoeken van een echte platenwinkel in de dichtstbijzijnde stad, Haarlem.

Na de eerste verkenningen bij de platenafdeling van de V&D en de Free Record Shop, trok ik de stoute schoenen aan. Doel was het mekka van platenliefhebbers: Elpee op de Gedempte Oudegracht. Met mijn dertien jaar en enthousiasme voor muziek stapte ik de drempel over van dit donkere en rokerige platenhol, bevolkt door voornamelijk oudere jongens met lang haar en spijkerjack voorzien van buttons, het pakje shag nonchalant op de toonbank. Ik zou bijna geneigd zijn mijn jeugdherinnering te laten kleuren door de snobistische platenverkopers die de film High Fidelity bevolken. Maar daar doe ik de verkopers, of eigenlijk liefhebbers, van Elpee schromelijk mee tekort. Vele uren heb ik daar de volgende jaren doorgebracht, met vele prachtige aankopen. Niet zelden op voorspraak van een enthousiaste verkoper.

Iets te jong om het begin van de punk muzikaal te appreciëren, besloot ik in 1981 om mijn horizon te verruimen nadat ik bij een vriendje het album London Calling van The Clash had beluisterd. The Clash had in die zomer de singles Hitsville U.K. en The Magnificent Seven in de tipparade en de top 40 gespeeld. De beide tracks klonken spannend, energiek en naar meer. De nummers bleken afkomstig van de driedubbelelpee Sandinista!, die al een halfjaar eerder was uitgebracht. In de tijden voor de komst van internet en social media was het niet ongewoon dat het even duurde voordat de muziek uit de U.K. ons kikkerlandje bereikte.

Heden ten dage is deze cruciale plaat in het oeuvre van The Clash veel besproken en ook vele malen geherwaardeerd. Op het moment van verschijnen was de muziekpers echter niet gelijk overtuigd van alle verschillende stijlen die het album herbergden. De plaat loopt van pop naar punk, van reggae naar rap, van funk en soul naar gospel en calypso. Op papier klinkt het als een zooitje ongeregeld, maar plaat ademt ondanks de verscheidenheid muzikale eenheid uit. Niet in de laatste plaats omdat de heren fantastisch musiceren.

Ook zagen de recensenten niet direct waarom de luisteraar het drie platen lang zou uithouden, voor velen was een dubbelelpee al best een hele zit. Maar vanaf kant 1, die gelijk begint met beide singles, werd ik het album ingezogen. Een zinderende reis door een gevarieerd landschap, dat nog extra reliëf kreeg door het bijgevoegde tekstvel, getiteld The Armagideon Times no 3, voorzien van cartoons met een hoog punkgehalte. Teksten zijn niet mijn sterkste kant bij muziek, ik luister vooral naar de stem als een van de instrumenten. Maar de veelal maatschappelijk en politiek getinte teksten gaven toch wel extra cachet aan het album. Bovenal was het een muzikaal genot, 36 nummers van hoge kwaliteit en grote diversiteit.

Nadat ik in de jaren negentig overstapte naar de cd, na lang aarzelen want ik had een behoorlijke platen en cassetteverzameling opgebouwd, ontkwam ook ik niet aan marketingtrucs van de platenmaatschappijen en kocht ik de cd versie van mijn favoriete platen. De eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat het wel weer voor een herbeleving van de muziek zorgde. Sandinista! klonk weinig gedateerd en bleek fier overeind te blijven. Met terugwerkende kracht herkende ik allerlei muziekstijlen waar ik later uitgebreid ingedoken ben, zoals de reggae van Mikey Dread of Prince Far I en de dubpoetry van Linton Kwesi Johson. The Clash verdiepte met haar drie lp’s mijn ontluikende muzieksmaak.

Sandinista! zet ik nog regelmatig op, meestal op cd of digitaal. Niet dat ik altijd de volle zes plaatkanten (2 cd’s) even aandachtig beluister, maar zelfs op de achtergrond zorgt het album voor een vrolijke mix van stijlen, gelardeerd met een snufje plezierige nostalgie.