Vroeg of laat krijgt iedereen de vraag een keer voor z’n kiezen. Daar hoef je helemaal geen bekende schrijver, muzikant, televisiepersoonlijkheid, kunstenaar, minder bekende televisiepersoonlijkheid, acteur, soapster of totaal onbekende televisiepersoonlijkheid voor te zijn. Hoewel je dan wel eerder aan de beurt bent. Vroeg of laat komt die vraag voor ons allemaal. Bij een verjaardag die een beetje aan het inkakken is. Of rondom een kampvuurtje waarbij je vredig in de vlammen staart. Dan is er altijd wel zo’n sfeerbederver die niet tegen stilte kan en toeslaat. ‘Stel hè, dat je naar een onbewoond eiland wordt verbannen, en je mag één muziekstuk meenemen, wat zou dat dan zijn?’ Die vraag dus. Ik ben er al m’n hele leven bang voor. Volgens mij heeft niemand het ooit aan me gevraagd, ik mijd saaie verjaardagen ook zoveel mogelijk, of ik heb het verdrongen, dat kan ook. Paul Witteman heeft er een programma van gemaakt: De Meesterwerken. Een bekende Nederlander –schrijver, muzikant, televisiepersoonlijkheid- wordt gevraagd naar z’n favoriete boek, film, kunstwerk, televisiemoment en muziekstuk. Daarbij wordt de vraag verbasterd naar ‘wat zou je de volgende generatie willen meegeven?’ maar da’s natuurlijk gewoon de chique grachtengordeldraai aan wat je zou meenemen naar dat eenzame hoopje zand in de oceaan.
Ik zou het niet weten. Qua boek zou ik het dikste, nog ongelezen exemplaar uit de boekenkast meenemen denk ik. Heel toevallig blijven die gemiddeld tot dikkere exemplaren ook het langst staan, alsof ze wachten op die verbanning naar dat lege tropische resort. Maar één album, plaat of cd? Ik zou het antwoord schuldig moeten blijven. Nog los van de vraag of het niet handig is om een geluidsdrager mee te nemen. En of ik dan een onbeperkte voorraad batterijen mag meenemen of dat er stopcontacten op dat onbewoonde eiland zijn. Maar dat zijn allemaal gedachten om het antwoord op die ene vraag voor me uit te schuiven. Bovendien: áls je dan tot de conclusie bent gekomen wat er mee moet in de reistas, hoe lang duurt het dan voor de dag komt dat je er toch op uitgekeken raakt? Dat boek is een keer uit immers. En dat muziekstuk; hoe mooi, vrolijk of ontroerend ook – het gaat toch een keer vervelen. Ik ken mensen die een levenslang Dire Straits trauma hebben opgelopen op weg naar hun vakantiebestemming in Zuid-Frankrijk. Zittend op de achterbank moesten ze tweeduizend kilometer lang Mark Knopfler aanhoren, bij gebrek aan andere cassettebandjes. Dat trauma is aan mij voorbij gegaan, omdat ik zelf een cassettebandje mocht samenstellen. Dat vond ik al moeilijk genoeg, ook omdat ik steeds in m’n achterhoofd hield dat mijn vader, vooral klassieke muziekliefhebber, en mijn moeder, geen muziekliefhebber, het mooi moesten vinden. Laat staan dat de keuze beperkt zou worden tot één album met 10 liedjes, of als je geluk hebt, 12.
De schrik sloeg me dan ook om het hart toen ik een mailtje kreeg met het verzoek een zomerse top 5 samen te stellen. Vijf liedjes maar?! Dat gaat toch helemaal niet! De geijkte zomerhits en obscure zomerplaatjes vochten in mijn hoofd om voorrang. Het voelde alsof ik van mijn tien kinderen er vijf moest aanwijzen die ik het leukst vond. Terwijl ik helemaal geen kinderen heb, laat staan tien. Enfin, het is dus ook niet gelukt. Ik kon me niet beperken tot vijf. Dit is mijn top 6 geworden:
- Ramones – California Sun
- Diesel – Sausolito Summernight
- Buena Vista Social Club – Chan chan
- Barracudas – Summer fun
- Andre van duin – Als de zon schijnt
Ok, dat waren er dus vijf. En dan heb ik de Lambada buiten beschouwing gelaten, staan de Beach Boys er niet in en heb ik alle zomerhits van 2000 tot nu overgeslagen. Dus lieve liedjescommissie, mag ik nog één liedje voordragen, buiten mededinging in dit lijstje zetten? Op het nieuwe album van Michael Prins staat namelijk een zomers liedje. Of nou ja: een liedje met summer in de titel. Strikt genomen is het dus een zomerliedje.
Fijne zomer!