Goeie-Plaat

Tommy Ebben – Singer-songwriter

Zijn er werkelijk mensen die hun hele leven één liedje het mooiste blijven vinden? Dat klinkt voor mij eerder als een symptoom van een eng stabiele, of ondraaglijk saaie persoonlijkheid. Bij mij werkt het in ieder geval zo: Sommige liedjes ontstijgen de status ‘mooi’, ‘prachtig’ of ‘geniaal’ en worden de soundtrack van een bepaalde periode van je leven.

Toegegeven: dit pedante stukje proza hierboven komt vooral voort uit frustratie. De vraag naar mijn ‘favoriete nummer allertijden’ betekent natuurlijk dat ik een verschrikkelijk aantal darlings naar het graf moet dragen. Om toch tot een enigszins behapbaar antwoord te komen zal ik mijn zoektocht moeten beperken tot een nummer van Bob Dylan of Keith Richards.

Dit zijn mijn twee grootste helden, maar niet eens omdat ik vind dat zij de mooiste muziek hebben gemaakt. Zij zijn eerder de opperentiteiten in mijn muzikale dualisme. Geest en Lichaam. De een spreekt het beste tot het intellect, de andere het beste tot de onderbuik. (Dit is trouwens alleen van toepassing op hoogtijdagen van beide monumenten: ‘62-‘66 voor Dylan, ‘67-’72 voor Richards. Tegenwoordig bedient met name de laatste vooral de lachspieren.) Als ik dan van beide één (het ultieme) nummer moet kiezen, gaat de showdown tussen Dylans A Hard Rain’s A-Gonna Fal en Brown Sugar van The Rolling Stones.

stones

Intellect
Kiezen voor de ultieme nummer van Bob Dylan is al schier onmogelijk vanwege zijn vele gedaantes, maar vooruit, ik ga voor A Hard Rain’s A-Gonna Fall. Het zeven minuten durende epos dat je kalmerend influistert dat de Apocalyps op handen is. Dylan vuurt vijf coupletten bizarre, maar intrigerende visioenen op je af. Een muzikale evenknie van Jeroen Bosch’s Tuin Der Lusten. Baby’s naast dode pony’s, bloedende bomen, maar ook verlaten snelwegen van diamant. “I’ll tell and speak it and think it and breathe it / And reflect from the mountain so all souls can see it”. Als het Einde Der Tijden er zo uit ziet, onderga ik het met een open mond van gelukzalige verbijstering.

dylan05

Hij was 21 toen ‘ie dit in de zomer van 1962 neerpende. Het was de eerste keer dat een lied tekstueel van een dergelijke surrealistische diepte werd voorzien. De originaliteit en scherpte ervan is wat mij betreft daarna ook niet meer geëvenaard. “Elke regel is eigenlijk het begin van een apart lied”, zei His Bobness er zelf ooit over, “maar ik dacht dat ik niet genoeg tijd zou hebben om die allemaal te schrijven. Dus toen stopte ik ze maar allemaal in deze.”

Onderbuik
Waar Brown Sugar over gaat? Natuurlijk niet over hetgeen fijnproevende zoetekauwen in hun koffie gooien. Ook niet zozeer over – zoals vaak wordt gesuggereerd – heroïne. Neen. Mick Jagger, muzikale wederhelft van Keef Riffhard, schreef de tekst naar aanleiding van zijn liefde voor getinte dames. En met name een bepaald aspect van het ehm.. ‘consumeren’ van die liefde. Misschien volstaat hier te vermelden dat de originele titel ‘Brown Pussy’ luidde. “How come you taste so good?” Juistem.

Naast dat gooide Jagger eigenlijk alles wat God verboden heeft in de tekst. Of: alles wat het leven nou juist voorziet van de broodnodige specerijen. En dat is volgens mij de beste definitie van rock ’n roll: Geen muziekgenre of tijdverdrijf, maar een primaire levensbehoefte. Je gaat misschien niet dood zonder, maar het leven zou bijna niet meer dragelijk zijn. En dan de muziek: Richards is de dolgedraaide koetsier die zijn gitaarriff als een zweep laat klappen over de ritmesectie, waarin de floortom en maracas om het tribale (oer)gevoel in je ontbranden. Alsof je een fles levenselixer met een boosaardige grijns over je hoofd leeg kiept. “I’m no schoolboy but I know what I like.” Rock ’n roll op z’n aller, allerbest.

richards

Keuze
Oke, nu word ik dus verondersteld te kiezen tussen Dylan en Richards, de hoofdpijlers van mijn muzikale pantheon. De epitomen van Geest en Lichaam. Maar zoals Morpheus in The Matrix al zei: “The body can not live without the mind.” En dat geldt vice versa natuurlijk net zo. Daarom beroep ik me hier op mijn levensovertuiging en weerhoud ik mij in dezen principieel van kiezen. Ik ga hier voor de enige overgebleven optie: Beffen tijdens de Apocalyps.