De dagen worden korter en hoewel velen het gebrek aan daglicht als deprimerend zullen ervaren, bloeien de gothicrockers van Black Doldrums er juist van op. Met het nieuwe album In Limerence poogt de Britse band de soundtrack voor de nacht te leveren. Maar er is voor de band nog wel een paar jaartjes extra rijpingstijd in een donkere voorraadkast nodig om volledig tot wasdom te kunnen komen.
Dat Black Doldrums potentie heeft, blijkt uit het begin van In Limerence. Opener Hideaway is gelijk een nummer waarvan je rechtop gaat zitten, vooral door het strakke drumwerk van Sophie Landers. Bandgenoot Kevin Gibbard opent met Ian Curtis-achtige zang, maar blijkt richting het refrein veelzijdig te kunnen zingen. Een veelzijdigheid die op de rest van het album – helaas – te weinig naar voren komt.
Met het ronduit gezellige Summer Breeze weerlegt Black Doldrums het clichébeeld dat de gothic-scene alleen maar draait om somberen in zwarte kledij: er is écht wel ruimte voor plezier en vrolijkheid. Het enthousiasme van het trio werkt aanstekelijk, de gitaren jengelen lekker fris door de ruimte en dat steekt op een vermakelijke manier af tegen de emotieloze zangstem van Gibbard. In Dwell Or Depart en Painting Smiles laat Black Doldrums meer shoegaze toe in de sound en dát lijkt de weg die de Britten op zouden moeten slaan. Landers én Gibbard komen beiden in hun kracht te staan en tillen het niveau van In Limerence verder omhoog. Vooral Painting Smiles is geweldig, met DIIV-achtige gitaren en een heerlijk refrein. Spannend en ontspannend tegelijk, licht en donker komen samen als een zak snoep tijdens Halloween.
Noem het jeugdige onbezonnenheid, maar in het vervolg lijkt de koek op voor Black Doldrums. Er wordt gepiekt, maar die piek komt vroeg en duurt nog niet de helft van het album. Wat volgt is een herhaling van zetten en dan bovendien op een manier die nergens meer de kwaliteit van de eerste vijf nummers evenaart. Tracks als Need en Tarantula zijn ronduit saai en met New Moon kiest Black Doldrums voor gemak. Het lijkt een regelrechte rip-off van Summer Breeze, dat aan het begin van In Limerence wél goed werkte. New Moon kan daardoor niet meer op een verrassingseffect teren en vermaakt nauwelijks. Bij onbeperkt spareribs eten smaakt de eerste lading ook altijd beter dan de laatste. Je went aan de smaak en wordt het op een gegeven moment zelfs een beetje zat.
Met slotnummer Modern Times probeert Black Doldrums nog wel een nieuwe insteek, maar het leed is dan al geleden. Potentie genoeg, maar getuige In Limerence moet Black Doldrums nog wel het nodige bijschaven om overtuiging te bewerkstelligen. Maar daarvoor is gelukkig nog alle tijd. Met dit tweede album moeten de Britten kunnen destilleren wat werkt en wat niet werkt. Dat geeft waardevolle inzichten voor de toekomst, maar maakt van In Limerence niet meer dan een nuttig experiment.