Corrosion of Conformity – IX

Het Amerikaanse Corrosion Of Conformity (CoC) heeft de afgelopen jaren meerdere malen een gedaanteverandering ondergaan en daarom raakte zelfs de meest doorgewinterde fan het spoor bijster. Op IX heeft CoC niet echt voor een duidelijke stijl gekozen, maar is er nog wel wat te genieten.

Alweer ruim dertig jaar gaat Coc mee. De band is nu voor het tweede album op rij zonder leadzanger Pepper Keenan, wat betekent dat drummer Reed Mullin de vocalen wederom overneemt en zijn hogere stem geeft ze toch een ander geluid. Op sommige nummers, zoals de langzame opener Brand New Sleep, is dat jammer. Helaas zijn die tracks in de meerderheid.

Ooit begonnen ze als punkband en boekten ze eind jaren ’80 en begin jaren ’90 succes. Hun stijl veranderde langzaam in heavy metal en later southern metal. In 1994 bereikten ze hun piek met Deliverance. Die plaat leverde twee singles af die het allebei goed deden. Albatross en Clean My Wounds bereikten beide nummer 19 in Amerika, knap gezien het minder toegankelijke genre. Vervolgplaat Wiseblood deed het beduidend minder goed. Na die teleurstelling was de band er even klaar mee en volgde er een vierjarige hiatus.

Hun terugkeer in 2000 liep uit op een enorme sof. America’s Volume Dealer flopte. In 2005 durfden ze het weer aan: het bleek een juiste keuze want In The Arms Of God werd lovend onthaald. Ineens vond de band zich terug on the road met bands als Disturbed, Motörhead en Danko Jones. Een tweede break van maar liefst vier jaar volgde na de afzegging van een Europese tour doordat Hurricane Katrina de stad van Keenan in puin had gelegd. In 2010 maakte de band andermaal een comeback zonder Keenan, die intussen in Down speelde.

Om het nog ingewikkelder te maken stortte CoC zich met hun zelf getitelde terugkeer in de stoner metal. De inmiddels driemansformatie wist wel kwaliteit af te leveren, maar veel doorgewinterde fans waren niet tevreden: zij misten het oude geluid. Dit oude geluid keert op IX voor een deel terug, maar niet genoeg om te zeggen dat de band op oude voet verder gaat. De eerste twee tracks zijn bijvoorbeeld echte stoners met langzame drum en bas. Het is een beetje een lauwe intro, die gelukkig niet alles zegt.

Denmark Vesey is namelijk een glorieuze terugkeer naar oude tijden. Een punknummer met een enorm tempo waar de vocalen van Mullin ook nog eens voor gemaakt lijken te zijn. The Nectar en Tarquinius Superbus volgens het spoor van Denmark Vesey en vooral de laatstgenoemde track zijn hoogtepunten op IX. The Hanged Man en Who You Need To Blame leunen daarentegen weer meer op de stoner kant en weten niet uit te blinken. Trucker klinkt bluesy en voegt (succesvol) wat toe aan de inmiddels ellenlange rij aan genres.

Het gevoel  blijft hangen dat CoC er meer uit had kunnen en moeten halen. De vocalen van Mullin passen duidelijk beter bij het snelle werk en de band heeft er baat bij een duidelijke keuze in genre maken wil het de fans niet wegjagen.