Na een aarzelend begin lijkt ieder van de acht bandleden van de Londense band caroline zijn eigen invulling te geven aan de openingstrack Total euphoria van het album caroline 2. Dat klinkt op het eerste gehoor als complete chaos. Als het nummer ook nog eens met een opeens aanzwellende viool magistraal implodeert en, inderdaad haast euforisch, weer tot leven komt, is de geest uit de fles. Wat gebeurt hier? Maar als je de track nog eens luistert, en nog eens, begint alles beetje bij beetje te passen, wordt de chaos meer en meer een geheel. En wordt de track eigenlijk alleen maar beter, en nog beter…
Als de euforie van de eerste track uitdooft met violen, word je na een diepe zucht in Song two (knipoog naar Blur?) getrakteerd op hoe post-rocklyrics en stemmen vaak gebruikt worden als muziek: de woorden ’time’ en ‘mind’ keren veelvuldig terug in deze en andere tracks en worden zo gezongen dat ze naast de tekstuele betekenis ook een fraaie muzikale ondersteuning leveren. Als Song two bijna stil dreigt te vallen, zorgen krakende gitaar en viool voor de reanimatie, waarna de trombone de hartbewaking overneemt: ‘In Time / Now I know your mind.’
Caroline Polacheck zorgt als gastvocaliste voor de frisse opgewekt track Tell me I never knew that. Ondanks dat dit, op het eerste gehoor, het meest toegankelijke nummer van het album is, gelden ook hier de wetten om er maar vooral geen doorsnee popsong van te maken. Luister maar naar het repeterende einde ‘It always has been / It always will be / It always happens.’ Over Polachecks vocale kwaliteiten is al genoeg geschreven, maar de evenzo fraaie lyrics in de tweede helft van de song, door de rest van de band, zijn ook een lust voor het oor.
When I get home is een verstilde minimalistische track met het alsmaar repeterende ‘When I get home / I might just ask / What you need to.’ In de eerste helft zorgen louter gitaar, saxofoon en een, tijdens de opname opzettelijk opgepikte, vage maar doordringende technobeat uit een ruimte verderop, voor de ondersteuning. Na een intermezzo zingt de rest de band mee, en valt vooral de piepende en krakende viool op. Een viool die eigenlijk het hele album nooit ver weg is. Ook in U R UR ONLY ACHING, waar een eenvoudige folk song ontaardt in een rock track met autotune.
Coldplay cover is misschien wel de duidelijkste illustratie hoe de band de grenzen opzoekt van wat we traditioneel als rock- en popmuziek ervaren. De track opent met een reprise uit de eerdere tracks: ‘In Time / Now I know your mind’, en vervolgt met een ballad gespeeld door de helft van de achtkoppige band in de woonkamer, die wat later naar de achtergrond verdwijnt als de opnameleider naar de keuken wandelt om daar een volgende ballad op te pikken die de andere helft van de band speelt en die zwaar zuchtend met trombone wordt ondersteund. Niet de typische Coldplay cover die je had verwacht.
Two riders down is massive soundscapes to the max. Lijk je eerst de traditionele folk van de Ierse band Lankum te horen, als snel gaat dat over in een geluidswal vol met violen en gitaren hetgeen nog veel meer doet denken aan wat Lankums outfit, de band ØXN, iets meer dan anderhalf jaar geleden presteerde met het album CYRM.
Beautiful ending sluit het album af, doet zijn titel eer aan en is een stuk rustiger, maar nog net zo bevreemdend als al het voorgaande wat je gehoord hebt.
Met caroline 2 levert caroline een album op dat duidelijk buiten de lijntjes kleurt van de traditionele rock- en popmuziek en de vage definitie van post-rock verder oprekt. Als je daarvoor openstaat, is elke luisterbeurt een garantie voor nieuwe ontdekkingen en ervaringen. Daarbij wordt het hele album, net als die openingstrack, alleen maar beter, en nog beter… Op naar de euforie.