Everything Everything – RE-ANIMATOR

Waardering

4

5

Everything Everything staat bekend als een band die elk knopje in de opnamestudio uitprobeert om de sound te verdiepen. Op het vijfde studioalbum RE-ANIMATOR wil het Britse viertal het anders aanpakken: back to basics. Niet meer op zoek naar knotsgekke drumbeats, maar de focus op melodie en harmonie. De band moet op RE-ANIMATOR moeite doen om met die formule overeind te blijven.

In aanloop naar RE-ANIMATOR liet gitarist Alex Robertshaw zich ontvallen dat Everything Everything de muziek wilde benaderen met als achterliggende gedachte: ‘Hoe zou Neil Young dit schrijven?’ Toch lijkt de band vooral de vraag ‘Hoe zou Thom Yorke dit zingen?’ te hebben gesteld. Op tracks als Lost Powers, It Was A Monstering en Black Hyena heeft Everything Everything een imitator van de Radiohead-frontman uit de ramsj gevist. Zanger Jon Higgs bezit aanzienlijk minder overtuigingskracht dan Yorke. Higgs zingt niet slecht, maar blaast geen mensen van hun stoel – waar Yorke dat wel kan. De luisteraar blijft zo wat onbevredigd achter.

Het grootste probleem op RE-ANIMATOR is toch wel dat de tracks niet echt los willen komen. Opener Lost Powers kabbelt doelloos voort en het blikkerige geluid klinkt alsof Everything Everything in een koekjestrommel stond toen ze de track opnamen. It Was A Monstering bouwt rustig op naar niets. De wens van een plotselinge tempowisseling wordt nooit ingewilligd. Voor het tussenliggende Big Climb is het een geluk: door de zwakte van de twee buurmannen op het album komt dit toch al prima nummer nog veel sterker naar voren. Een schaarse opleving. Ook Planets ontwikkelt zich nergens door en tegen het einde ben je het continu repeterende zinnetje ‘More than the planets’ spuugzat.

Met Arch Enemy en Lord Of The Trapdoor wordt RE-ANIMATOR toch nog eventjes vermakelijk. Slimme synthpopliedjes waarop Higgs zich bovendien een waardige tekstschrijver toont. Maar vooral het feit dat Everything Everything even uit het terughoudende keurslijf van de rest van het album komt, lucht op. Zowel Arch Enemy als Lord Of The Trapdoor bouwen op naar een energieke climax, waardoor je eindelijk het gevoel krijgt dat het luisteren naar de tracks op RE-ANIMATOR een doel heeft.

Terug naar de basis blijkt op RE-ANIMATOR vooral in theorie een ideaalbeeld. Het lijkt vooraf zo idyllisch: even weg uit je mooie koopwoning met design-interieur en in een iets te laag campingstoeltje voor de tent een blik knakworsten opwarmen op je gasbrandertje. In de praktijk blijkt het te regenen, is het luchtbed lek en krioelt het van de rode mieren in je slaapzak. Everything Everything verliest zijn identiteit door precies te doen wat de band niet onderscheidt: minder experiment, voor de hand liggende melodieën en een slappe Thom Yorke-imitatie. Na vier opwindende albums heeft nummer vijf een stuk minder bestaansrecht. Laat Everything Everything maar snel de kampeerspullen inpakken en met gierende banden terug naar huis gaan.