Kruder & Dorfmeister – 1995

Waardering

7

8

Het is al heel lang stil rond het Oostenrijkse duo Kruder & Dorfmeister, in de jaren negentig bijna de verpersoonlijking van het triphop en lounge genre. De afgelopen twintig jaar verscheen er weinig nieuws uit hun handen, soloprojecten zoals Tosca daargelaten. Een nieuw album is dan verrassend, alhoewel 1995 strikt genomen geen nieuw materiaal is, maar de inhoud van een afgestofte doos DAT tapes uit… juist: 1995. Een jaar voor hun grote doorbraak met de dubbelaar The K&D Sessions. Sindsdien is die cd bijna kapot gedraaid, net als de muziek van Buena Vista Social Club, maar een kleine 25 jaar later valt weer op hoe goed het duo was. Hun bescheiden oeuvre blaast alle stof uit je speakerkasten.

Albumopener Johnson slingert je gelijk terug naar de hoogtijdagen van de triphop met samples, diepe dubbassen en gruizige soundscapes. Johnson verwijst naar de iconische Deltabluesgitarist Robert Johnson, die op de ‘crossroads’ zijn ziel aan de duivel verkocht in ruil voor sublieme gitaartechniek. De spookachtige mystiek die aan dit verhaal kleeft, is fraai muzikaal vertaald. Rustige triphop ritmes, afgewisseld met korte breaks en korte tekstfragmenten vormen de basis voor Love Hope Change. Zelfs de sirenes die af en toe langswaaien verstoren het relaxte gevoel niet. Een gevoel dat naadloos wordt vastgehouden in Swallowed The Moon en Spring, waar de zware bassen heerlijk doordenderen.

De hypnotiserende beat wordt aan het begin van Dope even onderbroken met een kort vocaal intermezzo, maar al snel weven de lang uitgesponnen keyboardmelodieën zich tussen moddervet baswerk. Kruder & Dorfmeister hebben hun dub-huiswerk goed gemaakt. Instrumenten waaien in en uit de mix, hier en daar vergezeld door zang, meestal niet meer dan wat kreten. Het geheel wordt ondersteund door strak drumwerk en overal voorzien van licht rafelige, gruizige klanken en geluidseffecten. In Holmes lijkt het muzikaal zelfs bijna frivool te worden, maar via Don Gil Dub en Morning duiken de heren weer diep in de subbassen. Het laatste viertal nummers, waaronder het 13 minuten tellende One Break en het veelzeggende In Bed With K&D, maken de muzikale trip compleet.

Het is muziek om heerlijk in weg te zinken. Als je het album op de koptelefoon beluistert kun je zonder enig roesmiddel moeiteloos ruim een uur wegzweven. Het is haast onvoorstelbaar dat het duo deze tapes destijds kwijt was. Als Kruder & Dorfmeister de nummers in 1995 op plaat hadden uitgebracht, waren er waarschijnlijk vele honderdduizenden van verkocht. De hedendaagse muziekbusiness laat zulke verkopen zelden meer zien, maar het is waarschijnlijk dat 1995 hoog gaat scoren in de Spotifylijsten. Het is uitermate fijne muziek die zowel met volle aandacht op hoog volume, als zachtjes op de achtergrond genoten kan worden. Ideaal voor als de (lounge) horeca weer los mag. Gelukkig hebben Kruder & Dorfmeister deze coronatijd gebruikt om hun zolder op te ruimen, want zoiets lekkers moet je niet laten verstoffen.