Of Fish of Steve Hogarth nou de zanger van Marillion is, de band heeft een hondstrouwe fanschare. De echte glorietijd ligt in het verleden; de meeste faam verwierf de groep met het uit één klomp goud gecomponeerde Misplaced Childhood in de periode van Fish, met hits als Kayleigh en Lavender. Nu, ruim dertig jaar later, is er met de stem van Hogarth toch een grotendeels doorvloeiend album: F*** Everyone And Run (F E A R).
De tracklist lijkt meer op die van een klassiek album, dan op de nummers van één van de grootste progrockbands uit de muziekhistorie. Drie van de zes titels bestaan uit vier of vijf delen. Die bundels hebben allemaal een hoofdthema. Het begint met El Dorado (de vergulde) i-v, dan komen The Leavers (i-v) en tot slot is het woord aan The New Kings (i-iv). Het lijken haast drie ep’s, die samen één verhaal proberen te vertellen. Naar welk deel je ook luistert, angst en – het zij in mindere mate – woede om die angst staan centraal.
Als je de plaat aanzet en de eerste tonen van El Dorado (i) Long-Shadowed Sun hoort, dreigt het even een heel zware en donkere zit te worden van bijna zeventig minuten. Gelukkig slaat het al snel om en worden de klanken wat lichter. Commercieel radiovriendelijke liedjes komen echter niet aan bod. Dat is maar goed ook, want dan is Marillion op zijn best. Vooral toetsenist Mark Kelly komt op het hele album buitengewoon goed naar voren. Toch is het gitaaroutro van Steve Rothery op The New Kings (ii) Russia’s Locked Doors het beste stukje muziek dat F*** Everyone And Run (F E A R) te bieden heeft.
Sowieso is The New Kings, waarin de woede het meest naar voren komt, het beste van de drie stukken. Hierin zetten Hogarth en consorten zich af tegen de machthebbenden. De media, de rijken, de oligarchen. The Leavers, dat zich meer lijkt te richten op de troubadours die van plek naar plek reizen, is het minste boekje. Ondanks het zwaarmoedige begin is het complete verhaal van El Dorado, dat gaat over vluchtelingen en langzaam groeiende xenofobie van en tegen hen, een waardige opener van het verhaal.
De twee lange intermezzo’s Living In F E A R en White Paper zijn krachtig, het korte afsluitertje Tomorrows New Country hangt er daarentegen maar een beetje bij. Voor het album is deze track eigenlijk overbodig. Als Marillion dit album ooit integraal gaan spelen tijdens concerten – wat niet onwaarschijnlijk lijkt, dan past het nummer ongetwijfeld beter.
Hoe dan ook: Marillion levert misschien wel hun beste album sinds de komst van Hogarth (1989) af. Op F*** Everyone And Run (F E A R) wordt ouderwets verhalen verteld in combinatie met heerlijke muziek. Een luisterboek waarvan de tonen tijdens sommige stukken meer boekdelen spreken dan de woorden.