In 1990 zag de wereld er nogal anders: de eerste internetbrowser moest het daglicht nog zien, op MTV werd écht muziek uitgezonden, Freddie Mercury leefde nog en de best beschikbare artificiële intelligentie was Clippy (een paperclip in tekstverwerkingsprogramma WordPerfect). Zo ver moeten we terug gaan in de tijd om getuige te zijn van het laatste wapenfeit van de Duitse elektro-popband Propaganda.
In 1985 had de band groot succes met de single Duel (waarop de drumpartij gespeeld werd door Steward Copeland van The Police), maar al snel daarna viel de boel droog en was het album 1234 uit 1990 (in samenwerking met onder meer David Gilmour van Pink Floyd) het laatste wat we van ze vernamen*. Tot mei van dit jaar toen Propaganda – zonder verdere toelichting – met een nieuwe single getiteld Purveyor Of Pleasure op de proppen kwam. De single is de tweede track op het zelfgetitelde album Propaganda.
Eerste track is They Call Me Nocebo en gaat over het verslavende karakter van destructieve relaties. In de medische wereld verwijst een nocebo-effect naar negatieve effecten die worden ervaren doordat iemand gelooft dat een behandeling schadelijk is. Het tegenovergestelde van het placebo-effect zeg maar. De songtekst speelt in op dit concept door de protagonist neer te zetten als iemand die lijden en pijn voortbrengt, maar waarvan de ander toch meer en meer wil. Geen makkelijke kost, wel overtuigende.
Het eerder genoemde Purveyor of Pleasure verkent thema’s als lust, verleiding, zonde en de innerlijke strijd die hiermee gepaard gaat. Poëtische zinnen als ‘Disciple of lust/I am a fallen angel/My paradise is lost’ suggereren dat de hoofdpersoon in het lied ooit de pure onschuld was, maar nu is gevallen voor zondige verlangens. De bijdrage van de Duitse zangeres Thunder Bae versterkt de spanning in dit nummer. Haar stem draagt een combinatie van ruime levenservaring en jeugdige onschuld wat een extra dimensie geeft aan de sirenachtige sfeer van Purveyor of Pleasure.
Op een instrumentale track na zingt Bae overigens alle songs en doet dat overtuigend met een stemkleur die doet denken aan een jonge Kim Wilde met af en toe kleine uitstapjes richting Jennifer Rush. Dit stemgeluid draagt bij aan de jaren tachtig-sfeer die Propaganda als album ademt, zonder gedateerd te klinken.
Gedurende het album lijkt de invloed van klassiek-geschoold bandlid Michael Mertens steeds groter te worden. De muziek wordt lied na lied complexer, spannender en gelaagder, waardoor je als luisteraar als het ware naar binnen gezogen wordt. Dit bereikt zijn climax in de mistroostige zwaarte en toch lichtvoetige zwierigheid van de Dystopian Waltz. Wie zich ooit heeft afgevraagd hoe een samenwerking tussen Andre Rieu en Depeche Mode zou klinken, vindt in deze donkere wals het antwoord (de stem van Dave Gahan moet u er wel zelf bij denken).
Propaganda wordt afgesloten met het Duitstalige lied Wenn Ich Mir Was Wünschen Dürfte. Het origineel is uit 1960, geschreven en gezongen door Marlene Dietrich. De klanken van de eerste anderhalve minuut doen in de verte denken aan Moments In Love van The Art Of Noise. De tekst gaat aan de oppervlakte over eenzaamheid: ‘Denn wenn ich gar zu glücklich wäre Hätte ich Heimweh nach dem Traurig sein.‘ Maar de goede verstaander hoort ook de diepere boodschap over de menselijke neiging om comfort te vinden in verdriet.
Met de voortreffelijk dragende stem van zangeres Thunder Bae in haar midden heeft Propaganda de draad weer soepel opgepakt waar ze ‘m ruim dertig jaar geleden heeft neergelegd. Het veertig minuten durende album klinkt eigentijds zonder dat Propaganda het contact met het tijdperk waarin zij hoogtij vierde kwijt is geraakt. Het is deze aangename mix van tijdvakken die verbaast en verwondert. De materie is er zeker niet lichter op geworden, zowel in woord als ik klank, waardoor Propaganda wat zwaar op de maag kan liggen. Wie dat op de koop toeneemt, zich openstelt en de tijd neemt voor een échte luisterplaat, zal ruimschoots beloond worden.
* De gehele soap rondom wie wel en wie geen bandlid is/was van Propaganda en wie de bandnaam nu wel of niet mag/mocht gebruiken laten we gemakshalve achterwege. Daar zijn andere bronnen voor te vinden die die geschiedenis prima uiteenzetten.