Wat als je moet dealen met gedachtes die je eigenlijk niet wilt hebben? Gedachtes die angst opwekken en een onveilig gevoel geven? Het is niet eenvoudig om je voor te stellen hoe een dwangstoornis werkt. Het Utrechtse Bowl draait er echter niet omheen en biedt met het album The Rude Interruption of Fear een zeer direct inkijkje in het hoofd van frontman Vos Ploeg. De zanger kampt met angst- en paniekaanvallen als gevolg van een dwangstoornis. Vos en drummer Laurens Klep spraken met Nieuweplaat over het indringende conceptalbum van Bowl.
The Rude Interruption of Fear kwam in etappes tot stand. Halverwege 2024 verscheen de A-kant van het album als ep. Driekwartjaar later is daar ook kant B en daarmee het complete verhaal. Voor de band voelt het nog wat onwerkelijk. ‘Je weet eigenlijk niet zo goed wat voor houding je moet aannemen’, erkent Laurens. ‘We hadden best wat tijdsdruk, maar nog steeds ben je heel lang met het album bezig. Maandenlang. En opeens is het daar.’
Hoe is dat als jonge, opkomende band? Voel je veel druk om te presteren of haalt het feit dat je nog niet zo bekend bent juist de druk van de ketel?
Laurens: ‘Ik weet niet hoe erg dat gelinkt is aan hoe ver je in je carrière bent… Natuurlijk is het zo dat je bezig bent met de volgende stap, zeker ook met dit album. Maar we hebben The Rude Interruption of Fear wel echt voor onszelf geschreven.’ Met een lach: ‘Tijdens het maken waren we vooral heel veel met onszelf bezig.’
Vos: ‘Je wilt natuurlijk dat de muziek aanslaat, zodat je jezelf als band naar een volgend niveau kunt tillen. Maar aan de andere kant heb je ook niet zoveel te verliezen. Dat geeft meer vrijheid om te doen wat je wilt. En dan doe je toch liever iets wat je als muzikant vet vindt, dan dat je heel erg bezig bent met het pleasen van de luisteraar.’
Stel je voor dat ik als songwriter alleen maar liefdesliedjes had geschreven. Dan loop ik rond met al deze problemen en vervolgens moet ik op het podium net doen of ik hartstikke verliefd ben.
Op het album staat een heel persoonlijk onderwerp centraal. Kun je uitleggen waar je mee te maken hebt?
Vos: ‘Het album gaat over mijn dwangstoornis. Ik word de hele dag geconfronteerd met gedachtes die ik niet wil hebben, die heel veel angst opwekken. Intrusies worden dat genoemd. Je bent de hele tijd bezig om die gedachtes te onderdrukken en de angst te beperken, door veiligheidsgedrag in te zetten. Het werkt als een soort cirkel: een gedachte, vaststellen dat je die gedachte niet wilt hebben, veiligheidsgedrag inzetten om die gedachte te onderdrukken. En dat gaat zo door.’
Geen al te lichtvoetig onderwerp…
Vos: ‘Heel veel van die ‘oh, het is wel heftig’-momenten kwamen pas toen de nummers af waren. Op het moment van schrijven wilde ik het er echt heel graag over hebben. Pas daarna kwamen er momenten waarop je je bedenkt dat het toch wel heel zwaar is. Maar toch ben ik vooral heel blij dat ik het heb geschreven en dat het album naar buiten is.’
Hoe was dat voor jou als bandgenoot, Laurens? Dat Vos zó open over zijn dwangstoornis schreef?
Laurens: ‘Bowl is ontstaan vanuit een vriendengroep. Zeker toen Vos het onderwerp voor het eerst in de vriendengroep bespreekbaar maakte, was dat wel een moment dat je dacht: ‘wow, dit is wel serieus.’ Natuurlijk maak je je daar zorgen om, vooral in de context van onze vriendschap. Maar als band is het ook juist wel fijn om met zijn vijven in zo’n onderwerp te duiken en ermee bezig te zijn. Het hielp mij ook om het beter te begrijpen. Ik ben vooral vanuit heel veel respect en toch ook bewondering voor Vos met het onderwerp aan de slag gegaan.’
Een nummer moet aankomen in plaats van perfect zijn. Het zou zomaar kunnen dat een nummer als The Ghost live veel beter klinkt dan op plaat.
Heb je getwijfeld om over jouw aandoening te schrijven?
Vos: ‘Als muzikant is het juist heel belangrijk om dit soort onderwerpen aan te snijden. De kunst is een hele veilige plek om dat te doen. Je kunt een hele vette sfeer creëren om zo het onderwerp bespreekbaar te maken. In andere sectoren is dat moeilijker, op de zorg na dan. Mensen zullen het minder snel opwerpen als gespreksonderwerp, het is veel te beladen als je er direct over moet vertellen. In de muziek is het juist zo fijn dat je er een wereldje omheen kunt creëren.’
Erover zingen is dus makkelijker dan er nu zo met mij over praten?
Vos: ‘Ik vind…’ Hij denkt even na. ‘Kijk, dit is echt geen aanval hoor. Maak je daar geen zorgen om. Ik snap heel goed dat mensen ernaar vragen. Maar als er in interviews naar gevraagd wordt, dan denk ik: pff, het is wel echt heel zwaar. Terwijl het tijdens concerten juist heel bevrijdend voelt als ik erover zing. Dat ik het onderwerp er echt even uit heb kunnen gooien. Er misschien zelfs iemand mee heb kunnen helpen. Muziek is een fijne setting om het erover te hebben.’
Is het tijdens optredens dan nooit confronterend?
Vos: ‘Soms wel. Het ligt een beetje aan de dag of het moment. Soms kan ik erover zingen zonder dat het impact heeft of dat ik er veel over nadenk. Maar als ik er wat dieper in zit, kunnen de teksten wel anders voelen voor mezelf. En toch… Ik kan er eigenlijk altijd wel iets uit halen als ik het live perform. Optreden is juist heel fijn. Stel je voor dat ik als songwriter alleen maar liefdesliedjes had geschreven. Dan loop ik rond met al deze problemen en vervolgens moet ik op het podium net doen of ik hartstikke verliefd ben. Dat was voor mezelf ook totaal niet chill geweest. Nu kan ik in ieder geval uiten waar ik mee zit.’
In hoeverre moet jij, Laurens, als drummer het onderwerp begrijpen om de muziek erbij te kunnen vormen?
Laurens: ‘Ik heb dat wel nodig. Om mijn partijen te vormen, vind ik het wel fijn om te weten waar een bepaalde song over gaat. En daar hebben we het ook gewoon heel open over. In een band, maar zeker in een vriendengroep kun je daar ook niet omheen. Het onderwerp zit vooral in je achterhoofd tijdens het optreden. Als je er kennis van hebt, kun je de intentie van de nummers goed overbrengen op het publiek.’
Hebben de teksten invloed gehad op de sound van het album?
Laurens: ‘Qua schrijven hadden we veel instrumentals al op de plank liggen. Soms slechts een klein stukje muziek, soms al behoorlijk af. En Vos komt dan vervolgens met de tekst. We hadden het er laatst nog over, en nu ga ik je even complimenteren Vos […]’
Vos: ‘Oh jee.’
Laurens: ‘Jij bent echt heel goed in teksten door de instrumentals heen schrijven. Hoe je daarmee speelt. Er ligt een soort bedje aan muziek en Vos kan daar het onderwerp heel goed op leggen. En ik vind het dan vervolgens weer leuk om daar nog wat dieper op in te gaan en kleine dingetjes aan te passen. Maar we hebben het echt aan Vos te danken dat een bepaalde song zich instrumentaal gezien heel erg leent voor een onderwerp.’
De teksten zijn ontzettend direct, bijvoorbeeld in een nummer als Parasites. Je gaat er met gestrekt been in. Waarom heb je daarvoor gekozen?
Vos: ‘Als je zo’n onderwerp als een dwangstoornis behandelt, dan vind ik het belangrijk om te laten zien hoe direct je brein bepaalde gedachtes op je afvuurt. Parasites is daar een vrij directe vertaling van. ‘I might be a schizophrenic’. ‘Take the life of your parents.’ Ik uit letterlijk hoe die gedachtes bij mij binnenkomen.’
Dat is indrukwekkend, maar je moet het wel durven…
Vos: ‘Ik wil die gedachtes helemaal niet hebben en ze reflecteren ook totaal niet mijn mentale staat. Maar het is wél hoe zo’n stoornis werkt. Dat je opeens zulke rare, heftige gedachtes hebt. Ik denk dat het heel belangrijk is om te laten zien hoe raar deze vork in de steel steekt. Hoe apart zo’n dwangstoornis is. OCD wordt vaak gezien als ‘ik moet de deurklink drie keer aanraken, anders val ik dood neer op straat’ of ‘ik moet alles schoonmaken, anders word ik ziek.’ Maar het komt ook op deze manier naar voren. Het is belangrijk om dat te laten zien, met behulp van de directheid van mijn teksten.’
Hoe werken de twee delen die samen The Rude Interruption of Fear vormen met elkaar samen?
Laurens: ‘De plaat heeft een hele duidelijk tweesplitsing. Kant A is toch wel wat ruiger en duisterder dan kant B. Althans, ik wil dat niet te veel voor de luisteraar invullen natuurlijk, maar dat is wel de bedoeling.’
Vos: ‘Tijdens het schrijven van kant B kreeg ik last van een terugval. Ik had geen behoefte om te schrijven dat dingen beter werden, maar ik schreef wél vanuit het perspectief dat iemand al beter wist wat de situatie is. Bij kant A heerst nog heel erg het gevoel van: ‘what the fuck is er allemaal aan de hand? Wat gebeurt mij allemaal?’ Het tweede deel van het album is wat lichter qua instrumentatie, omdat de hoofdpersoon al wat beter weet wat er speelt. De situatie is wat georganiseerder.’
Als er in interviews naar gevraagd wordt, dan denk ik: pff, het is wel echt heel zwaar. Terwijl het tijdens concerten juist heel bevrijdend voelt als ik erover zing.
Voelden jullie die tweesplitsing ook in de studio?
Vos: ‘Bij kant A waren we de hele tijd atmosferisch bezig. Welk pedaal zetten we hier aan? Hoe maken we dit nog een stukje vreemder? Bij kant B stonden er nooit meer dan drie pedalen tegelijk aan, om een goeie, vette, enigszins cleane sound neer te zetten. En dan gingen we gewoon.’
De sound van Bowl is heerlijk rammelend. Het klinkt alsof jullie eerder imperfectie dan perfectie hebben nagestreefd.
Laurens: ‘De plaat hebben we helemaal zelf opgenomen. Dat zorgt er automatisch al voor dat je wat meer die weg van imperfectie afloopt. Het is anders dan dat je naar een gelikte studio gaat met een producer die precies zegt wat je moet doen.’
Vos: ‘Juist daardoor begint de muziek te leven.’
Laurens: ‘Er staan echt wel wat fouten op de plaat, ook in de drums. En daar hebben we heus wel een andere take voor opgenomen waar die foutjes niet in zitten. Maar toch kies je voor die fouten. Omdat de intentie er meer in zit. Een nummer moet aankomen in plaats van perfect zijn. Het zou zomaar kunnen dat een nummer als The Ghost live veel beter klinkt dan op plaat.’
Vos: ‘Die foutjes hoor je uiteindelijk toch niet echt. Het is echt niet zo dat jij naar die plaat luistert en denkt: ‘oei, die Laurens zit er hier even naast.’ Daar ben je echt niet mee bezig. Nou ja… Behalve als je perfectie gewend bent misschien. Als iemand heel veel pop luistert, zal diegene misschien vinden dat Bowl toch wel vies tegenvalt, hahaha.’
Laurens: ‘Hahaha. “Nou jongens, dat had wel wat beter gekund”.’
Vos: ‘Juist als je muziek luistert om te horen welk verhaal wordt verteld, komt het beter over als je daarbij ook niet alles perfect probeert neer te zetten.’
Het album is er. Een tour. En dan start de volgende fase van Bowl. Blijven jullie dit soort zwaarbeladen onderwerpen behandelen of willen jullie gaan schrijven over hele andere zaken?
Vos: ‘Als we nieuwe muziek gaan schrijven, wil ik toch wel wat anders doen dan zulke zware thema’s. Want dat is er nu. En ik ben in principe ook gelukkig soms, hahaha. Dat wil ik ook kunnen bezingen. Ik zal niet stoppen met voelen en ik blijf ook negatieve of zware gevoelens houden, waar ik vast ook over blijf schrijven. Maar ik ben wel van plan de volgende keer een iets hoopvoller kunstwerk neer te zetten.’
Laurens: ‘Zeker. Waarom zouden we dat niet doen?’
Vos: ‘Nu heb ik vooral heel erg belicht dat een angststoornis gewoon heel erg kut is. Wat ook zo is, maar iedereen krijgt een moment waarop je je realiseert dat je het ermee moet doen. Dat je door moet. Dáár zit de groei. Ergens vind ik het wel jammer dat dát gevoel weinig in het album zit verwerkt. Eigenlijk alleen in het nummer Completionist. Ik heb het uiteindelijk niet heel expliciet kunnen bezingen. Het gaat veel over waar ik last van heb, maar weinig over hoe je daarmee moet dealen. Dat zou ik heel graag op willen pakken. Meer focussen op het menselijke in plaats van op de emotie angst.’
Laurens: ‘Nou, dan moet er nog maar een deel C komen.’
Het nieuwe album The Rude Interruption of Fear van Bowl is verschenen op 25 april. Momenteel is Bowl op tour. Op 24 mei speelt de band in Altstadt in Eindhoven, op 31 mei in Zwarte Ruiter in Den Haag en op 6 juni in Simplon in Groningen. Op 23 augustus staat Bowl op (post)punkfestival Loose Ends in Utrecht.