Stilte in de zaal! Kan die zanger niet denken aan onze kwebbelkwaal?

zaal

Mijn buurvrouw heeft een vage kennis en die heeft een heel heftig fietsongeluk meegemaakt. Nu moet ze een dure behandeling ondergaan bij een specialist. Het is alleen afwachten of ze het kan betalen, want het wordt niet gedekt door de zorgverzekeraar en het is best duur, terwijl ze voorlopig niet kan werken. Ze krijgt nog wel alimentatie van haar ex, maar die weigert haar te betalen vanwege een ruzie. Dat maakt het ontzettend spannend. Ik leef zo met haar mee.

Tachtig woorden ver en je zult je wel afvragen: wat doet deze tekst in hemelsnaam op een site die volledig toegespitst is op muziek? Een terechte vraag. Mijn vraag: waarom bespreek je dit tijdens een concert? Een vraag die ik helaas zelden durf te stellen. Eind maart stond ik bij Christof van der Ven, voorprogramma van Mighty Oaks, in de kleine zaal van de Melkweg op de tweede, misschien derde rij. Direct achter ons staken twee mensen een heel verhaal af waarvan de inhoud angstvallig veel leek op het intro dat je zojuist gelezen hebt. Geen moment deden ze een serieuze poging hun volume enigszins te drukken, evenmin kwamen ze om het idee om misschien achterin bij de bar te gaan staan.

Zaal verkeerd betoverd

En dan denk je misschien: ‘Dit is een voorprogramma. Het is niet netjes, maar het is nu eenmaal niet de artiest waarvoor de mensen naar de show komen.’ Een goede maand later was het weer raak. Dit keer in de Ziggo Dome waar The War On Drugs optrad. Een band met de reputatie de hele zaal te kunnen betoveren. Dat lukte ze deze keer in Amsterdam ook. Helaas was de betovering een spreekspreuk. Tijdens Living Proof diende de zachte stem van zanger Adam Granduciel als backing vocal voor het gigantische geroezemoes uit de zaal.

Nu weet ik dat het niets nieuws is. Gepraat tijdens concerten staat immers bekend als een Dutch Disease. Wat misschien wel enigszins onterecht is. Alsof het in alle andere 194 landen altijd maar muisstil is als de artiest op het podium speelt. Sterker nog, het is ook totaal niet verboden om af en toe wat te zeggen tijdens een concert. Ook ik stoot wel eens vrienden aan: ‘Dit nummer deden ze wel heel tof, hè?’ ‘Wat heeft die bassist een gekke snor.’ ‘Wil je nog wat drinken?’ Korte conversaties die erbij horen. Maar sinds de terugkeer van concerten lijkt het wel alsof de babbelbom is gebarsten. Alsof de concertzaal op hetzelfde moment ook dienst doet als vergaderruimte.

Bierdouche

De kwebbelkwaal in de concertzaal staat daarin niet alleen. Sinds de lockdown erop zit, is het ook elders alsof de normale gedragsregels overboord gegooid zijn. Kijk naar de voetbalstadions, waar in de Eredivisie wedstrijd na wedstrijd kort wordt stilgelegd vanwege een bierdouche of aanstekeraanval. Maar hoe onbedoeld gek positief dit ook klinkt: zij houden zich in ieder geval nog bezig met wat er op het voetbalveld gebeurt (en dan vooral met de tegenstander). Waar je je tijdens concerten soms afvraagt of de mensen überhaupt weten welke nummers ze net hebben gehoord. Of dat ze het hinderlijk vinden dat de muziek zo hard staat tijdens hun gesprek. ‘Kan die zanger niet even stil zijn?’

Kom dan gewoon niet, zou ik tegen ze willen zeggen. Maar beter nog: geniet gewoon van het voor jou totaal onbekende voorprogramma. Kijk ademloos toe terwijl Granduciel Living Proof zingt. Als je dat volhoudt, tik ik je tegen het einde van het nummer aan. ‘Wil je nog wat drinken?’