Het is lang geleden dat in de breedte Ierse rock zo booming is geweest. Het is een interessante groep postpunkbands met Fontaines D.C. voorop, maar niet ver daarachter The Murder Capital en Gurriers. Die laatste heeft nog voor zijn debuutalbum al een stevige live-reputatie opgebouwd en laat op Come And See alvast horen de luidste te zijn. Maar is de kwaliteit even nadrukkelijk aanwezig? Kom en ontdek.
Gurriers laat er geen gras over groeien en zet in de eerste seconden al de toon. Met loeiende sirenes en piepende banden knalt opener Nausea van de plaat af. Al direct wordt de kracht van de vijf Dubliners duidelijk. Hun nummers zitten overvol, maar precies tot het randje, waardoor het nimmer té wordt, misschien met uitzondering van Close Call. Des Globin ontploft iets minder recht in je gezicht, maar het blijft een ware energiebom. Het zijn beide nummers waarop het publiek zich zeker in chaotische moshpits zal wagen. Zo weet je alvast wat je te wachten staat, mocht je de band een bezoekje brengen. Frontman Dan Hoff bewees zich vorig jaar op London Calling al als een meesterlijke zaalmenner en dat zal met een jaar extra ervaring in de tas niet minder geworden zijn.
Midden op het album bij Close Call en No More Photos laat Hoff het zingen steeds meer achterwege en is het vooral schreeuwen dat hij doet. Het is niet de sterkste fase van het album. Gelukkig volgt er al snel Interlude, waarna Hoff terugkeert bij de beste versie van zichzelf.
Het knetterende hoogtepunt van Come And See is zonder meer Approachable. De band bracht vorig jaar al een mixversie door Chris W. Ryan uit en het is moeilijk te zeggen welke net boven de ander uitsteekt. De mix zit er vanaf het begin wat strakker op, maar de chaos aan het eind van de albumversie is onovertroffen. Twee meesterwerkjes met net wat andere accenten, zonder dat de essentie van de chaotische rock ook maar een seconde verdwijnt. Hadden meer knallers dat maar.
Gaat Gurriers altijd vol gas? Nee, dat zeker niet. Maar songs waarop ze niet in chaos ontaarden, zijn nog altijd behoorlijk energiek. Neem Prayers, de langste track van Come And See. Het tempo ligt een stuk lager dan op de eerder genoemde tracks. Prayers is een stuk melodieuzer dan de rest en heeft zowaar wat rustmomenten, om uiteindelijk naar een fijne climax toe te werken.
Voor wie nog altijd geen genoeg heeft van de nu al een jaar of vijf aanhoudende postpunkrevival is Gurriers een volgend lekkernij. Met Come And See nestelt de band zich probleemloos tussen de gevestigde namen. Nu hopen dat ze de komende jaren nog veel meer hebben om te laten zien.