Khruangbin – Mordechai

Waardering

7

Khruangbin is al jaren kopstuk van de hipstermuzak. Mooie wegdroommuziek met invloeden van over de hele wereld. Het is meteen de grootste valkuil van de band uit Houston: het drietal moet zien te voorkomen dat ze als pure achtergrondmuziek worden weggezet. Door meer zang en meer tempo toe te voegen, moet Mordechai Khruangbin uit de koffietent-playlists houden.

Op de twee albums tot nu toe – The Universe Smiles Upon You (2015) en Con Todo El Mondo (2018) – waren slechts drie à vier nummers verzekerd van tekst en zang. Op Mordechai worden de rollen omgedraaid. Tussen het handjevol instrumentale nummers is de stem van bassiste Laura Lee Ochoa opvallend vaak aanwezig. Gelukkig weet Khruangbin desondanks de identiteit te behouden. De zang wordt vooral als aanvullend instrument gebruikt, die makkelijk in de sfeervolle sound blendt.

Khruangbin plukt de inspiratie werkelijk overal vandaan. Van overbekende disco uit de jaren zeventig en tachtig, tot obscure Zuid-Aziatische psychedelica. Tijdens het luisteren naar Mordechai ontstaat haast vanzelf een spelletje ‘herken de invloed’. Want hoewel je onmiskenbaar Khruangbin aan het werk hoort, duikt continu de vraag ‘waar ken ik dit van?’ op. Het maakt het album exotisch en herkenbaar tegelijk.

Het opzwepende Time (You and I) is zo’n plaat waar de klassieke disco vanaf druipt. Dat de zang niet zozeer om de tekst draait, blijkt al snel. ‘That’s life/If we had more time/We could live forever/Just you and I/We could be together’, klinkt het wat ongeïnspireerd. Even wordt de talenknobbel aangesproken, als Ochoa tijdens de bridge de kernwoorden ‘That’s life’ in allerlei wereldtalen zingt. Tekstueel mag het allemaal voorspelbaar zijn, door de funky beat gaan de voetjes toch al snel heen en weer. Time (You And I) heeft zeker niet de hitpotentie van Get Lucky van Daft Punk, maar de vibe die ontstaat is zeer te vergelijken.

Ochoa zit sowieso lekker in haar talen. In Connaissais De Face Frans, in Pelota Spaans; taalkundig gezien maakt Mordechai een ware wereldreis. Het blijft ook op het derde album bewonderenswaardig hoe Khruangbin uit zoveel verschillende wereldkeukens één samenhangend gerecht kan maken met een unieke identiteit. En reken maar dat overal een gedachte achter zit. Op tracks als Father Bird, Mother Bird of One To Remember is het alsof de bandleden hun instrumenten oppakken, de eerste noot aanslaan en dan maar zien waar het jam-schip strandt. Maar niets is minder waar: wat aandoet als improvisatie, is in werkelijkheid tot in de puntjes verzorgd.

En toch wringt het. Mordechai bestaat zonder twijfel uit lekkere muziek. De jazztonen in opener First Class, de psychedelische soulvibe in If There Is No Question – één van de hoogtepunten op het album – en de funk in So We Won’t Forget; het zijn stuk voor stuk fijne tracks. Maar het is voor het gevoel weer ‘gewoon lekkere’ muziek. Muziek voor erbij, terwijl je een glutenvrije chaiuccino met alpacamelk opslobbert in je favoriete hipstertent. Geen muziek die de hoofdrol opeist. En ‘gewoon lekker’ is hartstikke lekker, maar nergens buitengewoon.

Het zit van nature in de muziek ingesloten dat Khruangbin vooral de sfeer aanvult en niet per se de grote roerganger is. Op Mordechai probeert de band het wel anders aan te pakken, maar het album ontkomt weer niet aan dat gevoel. Het is ook maar de vraag of het Amerikaanse drietal dat erg vindt. Elke vriendengroep bevat wel zo’n vriend die niet voorop in de polonaise gaat, maar waar je wel altijd op kunt rekenen. Khruangbin is die vriend en dat is een hele dankbare rol die de band met verve invult.