Mark Pritchard & Thom Yorke – Tall Tales

Mark Pritchard Thom Yorke - Tall Tales
Mark Pritchard Thom Yorke - Tall Tales

Waardering

7

8

De coronapandemie heeft naast heel veel ellende ook de nodige interessante initiatieven opgeleverd. Geïnitieerd door gedwongen isolement zijn vele onverwachte samenwerkingen ontstaan waarvan die van Mark Pritchard met Thom Yorke er één is. Pritchard en Yorke waren geen onbekenden van elkaar, want Pritchard had al wat remixen verzorgd voor het TKOL RMX 1234567 remix album van Radiohead en Yorke’s solo album Anima. En Thom Yorke had op zijn beurt zijn zangkunsten al uitgeleend op een track van Pritchards album Under The Sun.

Tijdens corona werd die samenwerking dus intenser wat uiteindelijk heeft geleid tot het uitbrengen van een album met de resultaten van die samenwerking: Tall Tales. Bij het album hoort ook een film, die door en in samenwerking met visueel artiest Jonathan Zawada tot stand is gebracht, en die nu in het Eye filmmuseum in Amsterdam en Cinema Palace in Brussel te zien is.

Het is vermoedelijk ook corona geweest die heeft bijgedragen aan de experimentele, sombere, haast angstige ondertoon van het album. Experimenteel in de veelal minimale en basale composities die aan de tracks ten grondslag liggen. Somber en angstig door Yorke’s stem, die in al zijn variaties voorbijkomt. En door de teksten. 

Het album opent met het lange en in twee delen opgesplitste A Fake In A Faker’s World. In het tweede deel is een synth-loopje de basis voor het uitgesponnen einde van de track. Iets wat veelvuldig voorbijkomt op de rest van het album. De track loopt naadloos over in Ice Shelf, een huiveringwekkende track dat smeltend ijs en de golven die daarvan het gevolg zijn lijkt te illustreren.

Het album kent een paar pareltjes en verrassingen. Zo is er Bugging Out Again, een minimalistisch, eentonige track waarin Yorke’s stem haast klinkt als een elektronisch orgel. The White Cliffs, opnieuw een lange, trage, maar bovenal bloedmooie track met weer zo’n kenmerkend synthesizer-loopje dat halverwege opduikt. Yorke begint de track met zijn fraaie hoge kopstem maar eindigt verrassend met een zo laag mogelijke stem. Gangsters is wat meer uptempo, begint simpel maar wordt naarmate het nummer vordert rijker aan geluidseffecten en vervormde stemmen. Niets in dit nummer doet aan Yorke’s stem denken, zo wordt deze vervormd. Alles in dit nummer gaat over de hedendaagse rijke ‘gangsters’: ‘We are gold and we are bright‘. 

De titeltrack is een bevreemdende potpourri van geluidsfragmenten en spoken word: ‘Embarking on a prolonged negotiation to establish the nature of this new reality’ is maar één voorbeeld. Voordat je de kans krijgt dit te interpreteren komt de fanfare langs in Happy Days. Opnieuw zo’n nummer dat op het eerste gehoor bijna onwerkelijk klinkt, maar beter wordt bij elke nieuwe luisterbeurt.

Dat is dan ook wel het verhaal van Tall Tales: Grote muziekverhalen die hier verteld worden en die hebben tijd nodig om te landen bij de luisteraar. En niet alle verhalen zijn ook even goed. Pritchard en Yorke slaan toch wel de plank mis met tracks als Back In The Game en The Man Who Dance In Stag’s Heads. 

Tall Tales is misschien het zoveelste excuus van Yorke om nog niet aan een nieuw Radiohead-album te beginnen. Het lijkt qua stijl nog het meest op zijn solo albums, maar mist de vrolijkheid en het plezier van The Smile, de danceability van Atoms for Peace en de muzikale gelaagdheid van Radiohead. Toch is het weer een verrassend album dat ondanks de soms minimale composities bijzonder fraaie soundscapes oplevert. En dan hebben we die film nog niet eens gezien…