Er bestaan grofweg twee soorten mensen. Degenen die álle instrumentale partijen onderscheiden en direct horen hoe een compositie in elkaar steekt. En de mensen die na één luisterbeurt precies kunnen vertellen waar een liedje over gaat en het ook nog eens mee kunnen zingen. Voor beide partijen valt er genoeg te ontdekken op Kalmte, het debuut van MEAU.
In de herfst van 2020 was ze daar opeens. Met de prachtige single Kalmte – tegelijk titelgever en opener van haar eerste ep – als visitekaartje, liet Meau Hewitt het publiek kennismaken met haar werk. ‘Veilig als de kamer bij je ouders waar je altijd teruggaat/Veilig als de mensen op de straten in hun eigen wijkje lachend aan de praat.’ Met deze woorden bezingt de Weespse singer-songwriter haar lief. Het is alsof ze tegelijk onder woorden brengt hoe een groot deel van haar werk tot nu toe klinkt: dromerig en warm. Een fijne soundtrack om de wereld en de liefde te ontdekken.
Vervolgens wordt het tempo opgevoerd met Relativeren. Met meer beat en een lekkere baspartij, maar nog steeds sferisch en met teksten om op te kauwen. In Ouder verwoordt Meau vervolgens hoe ze zich veel meer aantrekt van haar omgeving nu ze ouder wordt. ‘Nu lig ik ontdaan van alle schreeuwende mensen die ik vroeger niet eens had gehoord/Maar misschien dat dat zo gaat als je ouder wordt.’
Het tempo zakt vervolgens weer iets in met Weet, maar zonder de ep te vertragen of saai te zijn. De terugkerende gitaarpartij geeft precies voldoende intensiteit aan het nummer waarin MEAU een gelukzalig moment probeert te vangen. Dat kenmerkt de ep: een golfbeweging in tempo en intensiteit en boordevol gedachtenspinsels die voor menig millenial herkenbaar zullen zijn.
Soms hoor je iets nieuws, waarvan je al na een enkele luisterbeurt ontdekt dat het misschien ook over jou gaat. Dat krijgt MEAU met Kalmte absoluut voor elkaar. Het is muziek van het kaliber Maaike Ouboter en Eefje de Visser, met een dromerig geluid en recht voor z’n raap inhoud die niet voor de hand ligt. Doe maar een album, alsjeblieft.