Migos – Yung Rich Nation

Migos is zonder twijfel een van de meest spraakmakende acts in de hiphopindustrie van de laatste jaren. De drie neefjes uit Atlanta braken eind 2013 door met de hitsingle Versace. Precies rond die tijd kon je geen club meer vinden waar op z’n minst één keer in de avond ‘Versace, Versace, Versace, Versace, Versace’ etc. klonk.

Na deze knaller zijn de drie neefjes in een achtbaan beland. Al snel kwam er een vervolg op de hitsingle genaamd: Hannah Montana. Dit nummer deed het net zo goed in de club en hiermee bewezen de heren geen one-hit-wonder te zijn.

In 2014 kwam er een recorddeal met het alom bekende Atlantic Records, waar ze in 2014 het nummer Fight Night mee uitbrechten Dit is ook het recordlabel waar 31 juli Migos’ eerste studioalbum op uit is gekomen: Yung Rich Nation.

Migos is bekend geworden in het trap-genre. Een genre waar de 808’s, hihats en synthesizers centraal staan. Ook de snel gerapte adlibs tussen de originele regels door is iets waar een trapnummer geregeld aan voldoet. Gelijk op het eerste nummer Memoirs maakt Migos dit waar. Na een bepaalde zin in het refrein wordt nog een aantal keer het laatste woord herhaald. Op het nummer rappen de neefjes Quavo en Offset: ‘Diamond shine came from Africa, shine, (shine, Africa).’

Op het album probeert Migos een commerciëlere kant op te gaan dan met de voorgaande mixtapes. Op mixtapes als Young Rich Niggas, en No Label I werd uitsluitend trapmuziek gemaakt. Op Yung Rich Nation bevinden zich ook meer poppy-achtige nummers als Just For The Night met wereldster Chris Brown. Alhoewel het begrijpelijk is dat Migos probeert een breder publiek te bereiken, komt dit nummer toch niet heel goed uit de verf.

Een apart ‘intermezzo’ bevindt zich op het 10e nummer van het album. Op het nummer Gangsta Rap rapt Quavo meerdere malen ‘Gangsta Rap is back’, dit gaat twee minuten door met een aantal hele korte coupletjes tussendoor. Het lijkt bij Gangsta Rap erg of de inspiratie op was, en de neefjes in de studio maar gewoon besloten een track eruit te knallen.

De tweede en laatste samenwerking op het album is met andere Atlanta-native Young Thug. Thug, die vooral bekend werd door zijn aanstekelijke hits Stoner en Danny Glover, verzorgt samen met Quavo het refrein. Een lyrisch hoogtepuntje is het –zoals hieronder te zien is- niet, maar ja, who cares?

Refrein:

“Cocaina, cocaina

(Cocaina, cocaina)

Cocaina, cocaina

(Cocaina, cocaina)

Cocaina, cocaina

(Cocaina, cocaina)

Cocaina, cocaina.”

Dat het niet uitmaakt wat er precies gezegd wordt, en hoe vaak het dan ook gezegd wordt, klinkt misschien apart. In de trapscene gaat het echter vaker om het gevoel dat je bij een nummer krijgt in plaats van wat er gerapt wordt. Iets wat door de old-skool hiphopliefhebber veelal als vervelend ervaren wordt.

En juist dit was waar Migos altijd zo goed in wist te slagen. Ook bij de grootste hits: Versace en Hannah Montana was dit al het geval. Trapmuziek luister je niet omdat je per se naar een goed verhaal wil luisteren, maar omdat je even nergens anders aan wil denken en volledig uit je plaat wil gaan.

Op dit album zijn natuurlijk de nodige bangers te vinden, maar over het algemeen lijkt de groep toch een beetje in een split te zitten tussen de underground en de mainstream. En dat is jammer, want de juiste flow hebben ze zeker en deze is ook vaak terug te horen op het album. Het is dus te hopen dat Migos niet vergeet waarom ze zo populair zijn geworden, en vooral voor in de toekomst blijft vasthouden aan zijn roots.